3M instaptoets werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Toen Pieter goede sier wilde maken met mijn resultaten, (bedroeven) me dat zeer.

persoonsvorm verleden tijd

Instaptoets werkwoordspelling, wat weet je nog?

1. Schrijf van alle werkwoorden tussen haakjes de juiste werkwoordsvorm op. Let erop dat je geen typefouten maakt.
2. Bij meerdere werkwoorden plaats je een komma tussen de werkwoorden.
3. Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.

Vooraf: vind je werkwoordspelling:

1. heel gemakkelijk
2. gemakkelijk
3. moeilijk
4. heel moeilijk

Alle toeschouwers (lachen) hard, toen de clown over een emmer water struikelde.

persoonsvorm verleden tijd

Het is leuk zoals dat hondje na die puppycursus (gehoorzamen).

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Mijn broer was vorig jaar gevraagd als penningmeester, maar hij (aanvaarden) deze functie toen niet.

persoonsvorm verleden tijd

Laat hem maar even rustig zitten; over een half uurtje zal hij wel (bedaren) zijn.

voltooid deelwoord

De dief was op de gestolen fiets gevlucht, maar hij werd door een agent (achterhalen)

voltooid deelwoord

Ik geloof niets van wat je me daar (vertellen)

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deze computer doet in een uur meer werk, dan vijf mensen vroeger in een week (verrichten).

persoonsvorm verleden tijd

De glassplinter moest zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer (verwijderen) worden.

voltooid deelwoord

Het is voor de veiligheid noodzakelijk dat je die contactdoos in de badkamer (aarden).

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik heb je wel wat lang laten wachten, maar ik hoop dat je je niet (vervelen) hebt.

voltooid deelwoord

Op mijn vorige school (pesten) de kinderen elkaar vaak.

persoonsvorm verleden tijd

Het is niet verstandig van hem dat hij zijn dochter zo (verwennen).

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik heb veel te lang in de zon gezeten; nu is mijn gezicht helemaal (vervellen).

voltooid deelwoord

Doordat het op het perron zo (tochten), heeft ze waarschijnlijk kougevat.

persoonsvorm verleden tijd

Het getuigt niet van een hoogstaand karakter, als men zijn tegenstanders (belasteren).

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Mijn zus zegt dat ze haar kinderen in een sfeer van vertrouwen (opvoeden).

persoonsvorm tegenwoordige tijd

De reizigers werden overvallen en (beroven) van al hun kostbaarheden.

voltooid deelwoord

Afgelopen vakantie heb ik heel vaak (surfen).

voltooid deelwoord

Deze opdracht heb ik zeker niet (afraffelen).

voltooid deelwoord

Hoe heb je het gedaan?

Van de 20 werkwoorden heb ik er ... fout

0

1-2

3-4

5-6

7-8

9-10

11-12

13-14

15-16

meer dan 16

Wat past bij jou?

1. ik had amper fouten, want ik kende de regels nog
2. ik had 7 fout of meer en ik ken de regels niet meer
3. ik had minder dan 6 fout, maar heb heb ook wel wat gegokt
4. ik doe altijd wat voor mijn gevoel goed eruit ziet of goed klinkt, ik gebruik de regels niet