Klas 2 week 11 les 1

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met jezelf redden op vakantie
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 6
Voca B
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca B op
Luister ook naar de uitspraak
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met jezelf redden op vakantie
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 6
Voca B
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca B op
Luister ook naar de uitspraak
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Slide 1 - Slide

Bonjour et 
bienvenue!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Heb ik een kijk- en luisteropdracht gedaan




Slide 4 - Slide

Le petit Nicolas - Les campeurs
Tu pars quand?
Je gaat kijken naar een tekenfilmpje over Petit Nicolas, die samen met zijn vriendinnetje Louisette en zijn vriendjes speelt dat ze gaan kamperen.  


Slide 5 - Slide

Welkom!
Log je in?
Voornaam + achternaam
Doe actief mee!

Slide 6 - Slide

10

Slide 7 - Video

faire du camping
Faire = doen/maken 
is een werkwoord dat veel voorkomt/wordt gebruikt bij diverse uitdrukkingen.

Oefen dit werkwoord in de présent met behulp van 
Verbuga

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

00:48
Question
Petit Nicolas en Louisette zijn onderwerg naar school. De zon schijnt en dat brengt hen op een idee.
Wat zijn Petit Nicolas en Louisette van plan?

Slide 10 - Slide

01:37
Wat zijn Petit Nicolas en Louisette van plan?
A
Ze stelen een auto en gaan naar de camping
B
Ze spreken na school af om te gaan kamperen
C
Ze gaan picknicken
D
Ze gaan na school picknicken

Slide 11 - Quiz

03:02
Question
Louisette had er niet op gerekend dat Petit Nicolas zijn vriendjes mee zou nemen omdat ze hem "de vraag" wil stellen.
De vriendjes gaan een wedstrijdje doen. Wat is de prijs voor de winnaar?

Slide 12 - Slide

03:42
Ze doen een wedstrijdje. De winaar mag
A
achter het stuur zitten en rijden
B
als eerste een plekje kiezen
C
naast Louisette zitten
D
als eerste een koekje

Slide 13 - Quiz

05:11
Question
Louisette was van plan om tijdens het eten van de koekjes "de vraag" aan Petit Nicolas te stellen. Maar nu zijn de koekjes stuk en valt haar hele plan in duigen. Wat zijn de vriendjes van plan te gaan doen?

Slide 14 - Slide

06:34
Wat zijn Petit Nicolas en zijn vriendjes van plan?
A
Ze gaan op zoek naar een tipi
B
Ze gaan naar het zwembad
C
Ze gaan een overval in de winkel doen
D
Ze gaan koekjes bij hun moeder vragen

Slide 15 - Quiz

07:40
Question
Louisette heeft weer koekjes en blij dat haar plan nu weer door kan gaan. Agnan, het lieverdje van de juf, wil graag meespelen. 
Daar hebben Petit Nicolas en zijn vriendjes geen zin in. 
Als ze met Agnan willen vechten, komen ze erachter dat dit niet kan omdat....

Slide 16 - Slide

10:03
Ze kunnen Agnan niet slaan omdat
A
hij het aan de juf gaat vertellen
B
hij het aan zijn moeder gaat vertellen
C
omdat hij een bril draagt
D
omdat hij een boek bij zich heeft

Slide 17 - Quiz

11:09
Question
Eindelijk zijn ze samen! en kan Louisette haar vraag aan Petit Nicolas stellen.
Petit Nicolas is nog niet zo geëmancipeerd. Wat stelt hij voor om te doen als ze later getrouwd zijn?

Slide 18 - Slide

11:55
Wat stelt Petit Nicolas voor om te doen als ze later groot en getrouwd zijn?
A
Dat hij dan altijd rijdt
B
Dat Louisette dan altijd rijdt
C
Dat ze geen ruzie maken over wie rijdt
D
Dat ze 2 auto's kopen

Slide 19 - Quiz

Spreekvaardigheid
à quelle heure?
Stel om de beurt een activiteit voor om samen te doen en geef aan hoe laat je gaat afspreken.

Slide 20 - Slide

Presque la fin du cours!
1. Qu'est-ce que tu as appris?
2. Qu'est-ce que tu ne comprends pas encore? -> DPF


Slide 21 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 22 - Slide