Iedereen mocht binnenshuis zelf weten waarin hij/zij geloofde. Maar op straat is het anders.
Calvinisten mochten in het openbaar kerkdiensten houden of een bestuursfunctie bekleden.
Voor katholieken waren er veel beperkingen, zij moesten hun kerken en kloosters afstaan en bisschoppen en priesters mochten niet meer werken.