Hoofdstuk 5 herhalen 2BB

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 5 herhalen 

2BB

Wat betekent betrouwbaarheid?

Hoe weet je dat een tekst betrouwbaar is?

Wat is het doel van een krantenartikel?

1. Amuseren
2. Informeren

Wat is een samenstelling

Uit hoeveel samenstellingen bestaat het woord doktersadvies

1. 1
2. 2
3. 3

Wat betekent aangebracht?

Wat betekent 'omgeving waarin we leven'

1. Openbaar
2. Omgezet in
3. Produceren
4. Milieu

Wat betekent 'gebeurtenissen die bedoeld zijn voor een grote groep mensen'

Wat betekent de uitdrukking 'Ermee te koop lopen'

1. Het aan iedereen laten zien
2. Heel blij zijn
3. Minder tevreden zijn
4. Er niet bij horen

Wat betekent de uitdrukking 'de tijd zal het leren'

Wat betekent de uitdrukking 'niet meer van deze tijd zijn'

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Staat een bijvoeglijk naamwoord voor of achter een zelfstandig naamwoord

1. Voor
2. Achter

Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Hoe schrijf ik het bijvoeglijk naamwoord in:
De ... hond (braaf)

1. Brafe
2. Brave
3. Braaf
4. Braav

Hoe schrijf ik het bijvoeglijk naamwoord in:
Een ... koning (wijs)

Hoe schrijf ik het bijvoeglijk naamwoord in:
De ... auto (kapot)

Welke werkwoorden lijken ook alweer op elkaar?

1. Persoonsvorm tt
2. Persoonsvorm vt
3. Voltooid deelwoord

Hoe schrijf ik het volgende woord in de persoonsvorm tt:
Ik ... (verhuizen)

1. Verhuis
2. Verhuisde
3. Verhuist
4. Verhuisd

Hoe schrijf ik het volgende woord als voltooid deelwoord:
Zij heeft de vraag (beantwoorden)

Welke trappen van vergelijking zijn er?

1. Stellende
2. Vergrotende
3. Overtreffende
4. Overschattende

Wat is het goede antwoord:
Mara kan sneller fietsen dan/als ik/mij

1. Dan ik
2. Als ik
3. Dan mij
4. Als mij

Wat is het goede antwoord:
Marco fietst net zo snel dan/als ik/mij

1. Dan ik
2. Als ik
3. Dan mij
4. Als mij

Hoe schrijf ik dit moeilijke woord?

1. Onmidelijk
2. Ommiddelijk
3. Onmiddelijk
4. Onmiddellijk

Hoe schrijf ik dit moeilijke woord?

1. Verschrikelijk
2. Verschrikkelijk
3. Veschikkelijk
4. Verschikkelijk

Heb je nog vragen over de toets?

Hoeveel procent ben je al klaar voor de toets?

0 %

25 %

50 %

75 %

100%

Maak de oefentoets

1. Ga naar Nieuw Nederlands

2. Klik om hoofdstuk 5

3. Rechts onderin staat oefentoets

4. Maak de oefentoets

5. Klaar? Leren voor je toets