Bijwoorden: Geven aan hoe vaak iets gedaan wordt
Always, never, sometimes, usually, rarely, often
Bijwoorden hebben een vaste plek in de zin. Ze staan altijd voor of na het werkwoord.
Staat het werkwoord am, is, are, was, were in de zin; dan komt het bijwoord erna
I am always late
Staat er een ander werkwoord in de zin dan komt het bijwoord ervoor
I always read a book