This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
2 kgt 4.4 Grammatica les 3
Slide 1 - Slide
Alle woordsoorten tot nu toe
Je kent inmiddels best veel woordsoorten. Voordat de echte eindopdracht van deze paragraaf begint, gaan we ze nog even opfrissen.
Slide 2 - Slide
Sleep de woordsoorten naar de juiste voorbeelden.
op, na, voor, gedurende
opbergen, zijn, keek, gelopen
de, het, een
vijf, weinig, tiende, laatste
prachtig, Nederlandse, groot
Utrecht, meisje, geld, kapper
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
werkwoord (ww)
voorzetsel (vz)
telwoord (tw) (hoofd- en rang-)
Slide 3 - Drag question
Benoem de woordsoort
Kleine kinderen drinken 's morgens vaak melk.
'Melk' is een...
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quiz
Benoem de woordsoort
De volle maan verlichtte het sprookjesachtige landschap.
'sprookjesachtige' is een ...
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Quiz
Benoem de woordsoort
De getuige had twee jongens door de straat zien rennen.
'twee' is een ...
A
zelfstandig naamwoord
B
telwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 6 - Quiz
Benoem de woordsoort
Moet je altijd je zin krijgen?
'Moet' en 'krijgen' zijn...
A
lidwoorden
B
werkwoorden
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
telwoorden
Slide 7 - Quiz
Klaar voor de eindopdracht?
Je hebt je kennis over woordsoorten weer even opgefrist, dus je mag nu de eindopdracht van deze paragraaf gaan maken.
Slide 8 - Slide
Uitleg
Hiernaast zie je een tekst met onderstreepte woorden. In de volgende opgaven krijg je steeds een zin uit deze tekst waarbij jij het onderstreepte woord moet benoemen. Dezelfde zin komt een paar keer voorbij.
Slide 9 - Slide
Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden en slechtzienden elk boek kunnen lezen.
A
werkwoord
B
lidwoord
C
voorzetsel
D
telwoord
Slide 10 - Quiz
Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden en slechtzienden elk boek kunnen lezen.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 11 - Quiz
Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden en slechtzienden elk boek kunnen lezen.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 12 - Quiz
Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden en slechtzienden elk boek kunnen lezen.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 13 - Quiz
En dit zonder dat de tekst in braille staat of dat het een
e-book is.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 14 - Quiz
En dit zonder dat de tekst in braille staat of dat het een
e-book is.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 15 - Quiz
In de ring, die om de wijsvinger gedragen wordt, zit een klein cameraatje dat de tekst scant als je er overheen gaat.
A
telwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 16 - Quiz
In de ring, die om de wijsvinger gedragen wordt, zit een klein cameraatje dat de tekst scant als je er overheen gaat.
A
telwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 17 - Quiz
Een stem, vergelijkbaar met de stem van Google Translate, leest de tekst vervolgens voor.
A
telwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 18 - Quiz
Een stem, vergelijkbaar met de stem van Google Translate, leest de tekst vervolgens voor.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 19 - Quiz
Via trillingen laat de ring weten of je wel op de juiste regel blijft.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 20 - Quiz
Heel kleine letters, zoals die op de label van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord
Slide 21 - Quiz
Heel kleine letters, zoals die op de label van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 22 - Quiz
Heel kleine letters, zoals die op de label van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 23 - Quiz
Heel kleine letters, zoals die op de label van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 24 - Quiz
Maar tijdschriften en boeken met normale
lettergroottes moeten gewoon leesbaar zijn.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 25 - Quiz
Fantastisch nieuws dus voor mensen die niet kunnen zien.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 26 - Quiz
Fantastisch nieuws dus voor mensen die niet kunnen zien.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 27 - Quiz
Er is dan ook driejaar aan gewerkt. Wanneer het apparaat op de markt komt en voor hoeveel, is nog niet duidelijk.
A
telwoord
B
lidwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 28 - Quiz
Ging het goed?
A
ja
B
nee
Slide 29 - Quiz
Nalezen
Mocht je de opdrachten nog een keer willen nalezen, dan kun je in je boek op bladzijde 155 kijken. Je hoeft nu niks meer in je schrift te maken. Volgende week een kort weekje i.v.m. Pasen.