Chapitre 6 les 3

• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Le planning d'aujourd'hui

- Corriger les devoirs

-Réviser la grammaire

-Réviser les phrases-clés

-Regarder

Le but: Je connais le pronom démonstratif!

Corrigez vos devoirs!

exercices: 8a et c

13 b,c 14 a,b

Corrigez 8 a et c

1 In Lyon eet men/eten we goed! 

2 Hij helpt soms zijn ouders en groot-ouders in het restaurant. 

3 Mélodie is de interviewster. 

8c 

1 Specialiteiten uit Lyon en omstreken. 

2 Nee. “les épices secrètes de ma mère.” 

3 De ingewanden (tripes) 

4 Hij gaat naar de markt met zijn Opa. Ook gaat hij met hem biljart spelen. 

5 De weg naar « Chef Kok » zijn. 

6 Vlees. 

Corrigez 13B 

Exercice 13b 

1 ce     4 ce 

2 ce     5 ce 

3 cette     6 ces 

corrigez 13 c

1 les spécialités     ces 

2 l’animal (m)     cet 

3 la viande     cette 

4 le dessert     ce 

5 des légumes     ces 

6 le poisson     ce 

Corrigez 14 a

1 ce 

2 ces 

3 cet / cette  

4 cette  

5 cette 

6 ce 

Corrigez 14 b

1 Tu as besoin de cette amande?  

2 Tu connais ce petit gâteau? 

3 Tu manges cette tomate verte! 

4 Tu connais ce copain? 

5 Tu vas dans ce restaurant? 

Le pronom démonstratif

Lisez page 80 TB (lees blz 80 TB)

Ce cinéma (Ce voor mannelijke zelfstandig naamwoorden)

Ces musiciens (ces voor meervoud zelfstandig naamwoorden)
Cet après-midi (cet voor zelfstandig nw beginnend met stomme h)
Cet âge (cet voor zelfstandig nw beginnend met een klinker)
Cette chanteuse (voor vrouwelijk zelfstandig naamwoord)

pronom démonstratif

1. ... homme          Welk aanwijzend voornaamwoord moet 

2. ... amies             voor het zelfstandig naamwoord komen te 

3. ... amie                staan?

4. ... ami

5. ... garçon

pronom démonstratif

1. cet homme      (cet gebruikt je alleen bij mannelijke zelfstandig

2. ces amies         naamwoorden dat begint met stomme h of

3. cette amie        een klinker) 

4. cet ami

5. ce garçon

Hoe zeg je in het Frans?
Kom je bij ons eten?

Hoe zeg je in het Frans?
Ja, graag!

Hoe zeg je in het Frans?
Ik ga macarons maken.

Hoe zeg je in het Frans?
Tot later!

Lire 

Qu'est-ce que tu manges au camping?

p 82 TB

p 63 WB

Faire: ex 19 a et b

 Les devoirs

Apprendre: Vocabulaire blz 85 (helemaal)

Faire: ex 10 a,b,c p 55/56 WB

Voor Atheneum extra: ex 15 p 59 WB