Ik weet wat ik beter kan doen op de volgende toets
Toets bespreken
Ik kan een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans
Noter la grammaire et faire des exercices
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Les buts et le planning d'aujourd'hui
Ik weet wat ik beter kan doen op de volgende toets
Toets bespreken
Ik kan een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans
Noter la grammaire et faire des exercices
Slide 1 - Slide
Toets bespreken
Als je jouw toets in wil zien, kan dit vrijdagmiddag na de pauze.
We gaan nu alleen de meest gemaakte fouten eruit halen.
Er worden GEEN screenshots gemaakt.
Slide 2 - Slide
On va noter la grammaire!
Prenez vos cahiers de grammaire!
Slide 3 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord
Slide 4 - Slide
Noem bezittelijk voornaamwoorden in het Nederlands.
Slide 5 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord
Mijn – jouw – zijn – haar – onze – jullie – uw – hun hebben allemaal een mannelijke/vrouwelijke/meervoudsvorm. In het FA passen deze woorden zich aan aan het woord wat erachter staat (zelfst. nw).
Ik zoek mijn hond --> je cherche mon chien (chien is mannelijk - le chien)
Ik zoek mijn klas --> je cherche ma classe (classe is vrouwelijk - la classe)
Wat is jouw lievelingsvak? --> Quelle est ta matière préférée? (la matière)
Wat is jouw lievelingsles? --> Quel est ton cours préféré? (le cours)
Slide 6 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn/haar
son
sa
ses
ons/onze
notre
nos
uw/jullie
votre
vos
hun
leur
leurs
Is het woord vrouwelijk, maar hebben we te maken met klinkerbotsing?
l'école (v)
NIET c'est ma école
WEL c'est mon école
Anders is er nog steeds een klinkerbotsing.
Slide 7 - Slide
Let op:
In het NL kijken we naar het geslacht van de persoon om wie het gaat, in het FA kijken we naar het geslacht van het woord wat erachter staat: