What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werkwoordspelling H3
Werkwoordspelling
TT, VT, VD
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
TT, VT, VD
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Tegenwoordige tijd
*Uitzonderingen*
Geen extra t
Hij _____ (tasten)
Slide 3 - Slide
Tegenwoordige tijd
*Uitzonderingen*
Geen extra t
Hij _____ (tasten)
Werkwoord voor je = jij
Wanneer beantwoord je die email?
Gebiedende wijs
Onthoud goed wat ik tegen je heb gezegd!
Loop door.
Kun je doorlopen?
Slide 4 - Slide
Tegenwoordige tijd
*Uitzonderingen*
Gebiedende wijs
Onthoud goed wat ik tegen je heb gezegd!
Loop door
Slide 5 - Slide
Tegenwoordige tijd
*Uitzonderingen*
Gebiedende wijs
Onthoud goed wat ik tegen je heb gezegd!
Loop door
(Willen)
Hij wil
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Verleden tijd
*Uitzonderingen*
Valse z/s
Emma ______ gisteren (verhuizen)
Valse v/f
Justin ____ (verven)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Sterke werkwoorden
*Uitzonderingen*
Voorvoegsel
Ver
zinnen --> Heb jij dat verzonnen?
Klinkerwisseling
Schrijven --> Dat is geschreven
Slide 10 - Slide
Zwakke werkwoorden
Uitzondenderingen
Bonzen --> Ik heb op de deur ....
Slide 11 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord
Wat is een bijvoegelijk naamwoord?
Slide 12 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord
Wat is een bijvoegelijk naamwoord?
Bv. De mooie bank
De vluchtstrook is verbreed --> De verbrede vluchtstrook
Ik heb de e-mail verstuurd --> De verstuurde e-mail
Slide 13 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord
Tip* spel deze moet zo kort mogelijk
De verlootte prijzen --> de verlote prijzen
Het geschate bedrag --> het geschatte bedrag
Slide 14 - Slide
Wanneer zullen jullie _____?
(vluchten) TT
Slide 15 - Open question
Die mensen hebben mij geld ... (beloven)
Slide 16 - Open question
Hij ____ de vaas om
(Stoten) VT
Slide 17 - Open question
Mijn buurvrouw is gisteren ..... (verhuizen)
Slide 18 - Open question
Vroeger werd ik erg .... (straffen)
Slide 19 - Open question
De .... etalage (verlichten)
Slide 20 - Open question
Ik _____ daar niks van te horen!
(Hoeven) VT
Slide 21 - Open question
De kippen zijn gestrand -->
De .... kippen
Slide 22 - Open question
De ..... deur (verven)
Slide 23 - Open question
De .... misdadiger (verhuizen)
Slide 24 - Open question
_______ je dat?
(Passen) TT
Slide 25 - Open question
Wanneer ____ jullie?
(Verhuizen) VT
Slide 26 - Open question
___ je vader dat?
(Passen) TT
Slide 27 - Open question
More lessons like this
werkwoordspelling H3
December 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
werkwoordspelling - voltooid deelwoord
November 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
HERHALING ww-spelling PV TT / PV VT / VD / VD BN / OD
September 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,3
H1 Taalverzorging persoonsvorm vt/tt TH2
January 2022
- Lesson with
26 slides
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Werkwoordspelling
June 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2