2.4 Absolutisme

2.4 Vorsten met absolute macht
Lodewijk XIV
Koning van Frankrijk
Karel I
Koning van Engeland
Tsaar Peter de Grote
Keizer van Rusland
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2.4 Vorsten met absolute macht
Lodewijk XIV
Koning van Frankrijk
Karel I
Koning van Engeland
Tsaar Peter de Grote
Keizer van Rusland

Slide 1 - Slide

Op welke manier hadden vorsten sinds de late middeleeuwen steeds meer macht gekregen?

Tijdvak 6
Tijdvak 5
Tijdvak 4
Tijdvak 3
Centraal bestuur
Leenstelsel
Karel V
Filips II
Opkomst steden
Belasting in ruil voor stadsrechten
Vorst afhankelijk van adel

Slide 2 - Drag question

Toenemende macht vorsten
  • In vroege middeleeuwen door leenstelsel veel macht bij adel
  • Door opkomst steden kunnen vorsten belasting heffen
  • Met dat belastinggeld kunnen ze ambtenaren en soldaten in   dienst nemen
  • Vorsten voeren een centraal bestuur in waardoor hun macht nog groter wordt

Slide 3 - Slide

Lodewijk XIV
De Franse koning Lodewijk XIV weet halverwege de 17e eeuw alle macht in handen te krijgen.
Dit wordt absolutisme genoemd.

Bekijk de aflevering van schooltv en beantwoord daarna de vraag op welke manier Lodewijk het absolutisme in praktijk bracht

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is een goed voorbeeld van een politieke maatregel die Lodewijk XIV invoerde om absolute macht te krijgen?
A
Het invoeren van mercantilisme
B
Opbouw van een permanent leger
C
De koning neemt alle besluiten
D
Iedereen moet katholiek zijn

Slide 6 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van een economische maatregel die Lodewijk XIV invoerde om absolute macht te krijgen?
A
Het invoeren van mercantilisme
B
Opbouw van een permanent leger
C
De koning neemt alle beslissingen
D
Iedereen moet katholiek zijn

Slide 7 - Quiz

Op welke manier zorgde Lodewijk XIV ervoor dat de Franse bevolking zijn absolute macht accepteerde?
A
Door verzet met geweld neer te slaan
B
Door te zeggen dat hij zijn macht van God had gekregen
C
Door het protestantisme te verbieden
D
Door oorlog te voeren tegen de Republiek

Slide 8 - Quiz

Wat is mercantilisme?
A
Het goddelijk recht van koningen om alle macht te hebben
B
Dat de koning boven de wet staat
C
Een militair bondgenootschap tussen Frankrijk en Engeland
D
Het beleid om de eigen handel te stimuleren en belasting te hebben op import

Slide 9 - Quiz

Lodewijk XIV noemde zichzelf de zonnekoning. Wat bedoelde hij daarmee?
A
Dat alles om hem draaide, net zoals de planeten om de zon draaien
B
Dat alles om Frankrijk draait, net zoals de planeten om de zon draaien
C
Hij zag zag zichzelf als een soort nieuwe farao

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide