This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 13 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
WO 1 HGL
Slide 1 - Slide
Welk begrip hoort hierbij?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Wapenwedloop
D
Militairisme
Slide 2 - Quiz
Welk begrip hoort hierbij?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Wapenwedloop
D
Militairisme
Slide 3 - Quiz
Welk begrip hoort hierbij?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Wapenwedloop
D
Militairisme
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Benoem 3 landen die bij de Geallieerden horen.
Slide 6 - Open question
Paragraaf 3.3
Het verloop van de Eerste Wereldoorlog
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
In de aanslag
Voor de kerst weer thuis.
Slide 9 - Slide
Von Schlieffenplan
Duitsland had de oorlog voorbereid:
Via het neutrale België zou snel Frankrijk ingenomen worden.
Als hier gewonnen was kon het Duitse leger zich gaan richten op het oostfront tegen de Russen. Het Von Schlieffenplan heet dit.
Maar de Duitsers kwamen flink wat Belgische tegenstand tegen..
Zo konden de Britten en de Fransen hun legers paraat zetten in Frankrijk.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Loopgraven
De oorlog liep vast, in België en Noord Frankrijk.
Vanaf West Vlaanderen kwam tot en met Noord Frankrijk een oorlogsfront te liggen. Het Westfront, waar de legers zich in gangenstelsels ingroeven. De loopgraven.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
TEN AANVAL!!
Gebruik van nieuwe wapens.
- mitrailleurs
- tanken
- granaten
- mosterdgas
Frontale aanval voor een stuk niemandsland.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Aan de slag
Tijd voor geschiedenis
Paragraaf 3.3
opdrachten: 1, 2, 3, 4, 7, 8
Slide 17 - Slide
Gevaren tijdens en tussen de aanvallen.
Slide 18 - Slide
Tussen
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Tijdens
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
De omkeer van de oorlog
Slide 28 - Slide
Duikboten en telegrammen
VS: neutraal
Duitsland: onbeperkte duikbotenoorlog
1915 Lusitania gezonken
VS: Wel woest, nog geen zin om mee te vechten..
Slide 29 - Slide
Het Zimmerman-telegram
1917: Duitsland probeert Mexico over te halen om VS aan te vallen, dan zal Duitsland Mexico wel steunen. Britse geheime dienst onderschept het telegram wat door Minister Zimmerman gestuurd wordt. Nu zijn de VS wel heel boos, ze gaan de strijd aan.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Slide 36 - Slide
3.4 Het interbellum: na en voor een wereldoorlog
Slide 37 - Slide
Wapenstilstand
11-11-1918, 11 uur
De vrede met de Russen had er niet voor gezorgd dat de Duitsers de oorlog het Westfront konden winnen.
Uiteindelijk zorgt het mee vechten van de Amerikanen voor de doorslag: na vier jaar is het voorbij voor Duitsland
Slide 38 - Slide
Vrede van Versailles
28 juni 1919
Exact 5 jaar na de aanslag op Franz-Ferdinand
door Gavrilo Princip is de oorlog voorbij.
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Video
Verdrag van Versailles (1)
Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)
Duitsland moet kolonies afstaan
Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man en weinig wapens.
Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk
Slide 41 - Slide
Verdrag van Versailles (2)
Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)
Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben
Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee.
Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Hyperinflatie
Geld is niks meer waard.
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Video
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Video
Crisis in de wereld
vanaf 1929
Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 48 - Slide
Crisis in Nederland
Nederland (en Duitsland) worden zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.
Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.
Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000.
Een werkloze bakker uit het Gelderse Twello 'verkoopt' zichzelf op een marktplein in Deventer (Overijssel).