This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
WELKOM
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Deel B: blz. 254
Inhoudelijke aandachtspunten
Samenhang
Doel en publiek
Woordgebruik en zinsopbouw
Spelling en leestekens
Leesbaarheid
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Inhoud: V, wel over werk-zaamheden en wat je hebt geleerd, niets over afdeling
Samenhang: G, inhoud is te begrijpen, logische volgorde en structuur, goed gebruik van alinea's en witregels
Doel en publiek: G, informerend en juiste toon
Slide 7 - Slide
Woordgebruik en zinsopbouw: V, veel werkwoorden in 1 zin, mag iets minder kinderlijk
Spelling en leestekens: G, geen fouten met ww-spelling, let goed op wanneer een nieuwe zin begint (hoofdletter)
Leesbaarheid: G
Slide 8 - Slide
Inhoud: G, je noemde alle verplichte onderdelen. En meer, namelijk of dit iets voor je is
Samenhang: G, inhoud is te begrijpen, logische volgorde en structuur, goed gebruik van alinea's en witregels
Doel en publiek: G, informerend en juiste toon
Slide 9 - Slide
Woordgebruik en zinsopbouw: V, je vergeet soms het onderwerp in de zin
Spelling en leestekens: V, kleine foutjes met ww-spelling, let goed op wanneer een nieuwe zin begint (hoofdletter)
Leesbaarheid: G
Slide 10 - Slide
Inhoud: G, alle punten staan er in
Samenhang: G, duidelijke opzet
Doel en publiek: G, duidelijk informerend, niveau passend bij publiek
Slide 11 - Slide
Woordgebruik en zinsopbouw: -, de woordvolgorde rammelt
Spelling en leestekens: G, nauwelijks fouten, hooguit enkele slordigheidjes
Leesbaarheid: G, prima gebruik van tussenkopjes en lay-out
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Inhoud: G, je noemde (bijna) alle verplichte onderdelen
Samenhang: G, inhoud is te begrijpen, logische volgorde en structuur, goed gebruik van alinea's en witregels
Doel en publiek: G, informerend en juiste toon
Slide 14 - Slide
Woordgebruik en zinsopbouw: V, soms een kromme of lange zin, waarbij je 2 of 3 onderdelen in 1 zin 'propt'
Spelling en leestekens: V, meer komma's en punten, kortere zinnen (max. 15 woorden, adem halen)
Leesbaarheid: G, duidelijke tussenkopjes en lay-out
Slide 15 - Slide
Inhoud: G, je noemde alle verplichte onderdelen
Samenhang: G, inhoud is te begrijpen, logische volgorde en duidelijke inleiding, middenstuk en slot (alinea's en witregels)
Doel en publiek: V, informerend en juiste toon. Maar let op: het is geen uitgeschreven spreekbeurt
Slide 16 - Slide
Woordgebruik en zinsopbouw: G, ook al sommige zinnen (te) lang.
Spelling en leestekens: G, geen fouten met (ww-)spelling en leestekens
Leesbaarheid: -, de tweede alinea kan in 2 kleinere alinea's ingedeeld worden, tussenkopjes ontbreken
Slide 17 - Slide
Inhoud: V, je noemde alle verplichte onderdelen maar te beknopt. Een onaardige baas is geen nadeel van vrijwilligerswerk.
Samenhang: V, inhoud is te begrijpen, logische volgorde en structuur. Het middenstuk in minimaal 2 alinea's opdelen
Doel en publiek: G, informerend en juiste toon
Slide 18 - Slide
Woordgebruik en zinsopbouw: G, niet alles is een opsomming
Spelling en leestekens: G, zo goed als foutloos!
Leesbaarheid: V, tussenkopjes ontbreken
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Welke zin is goed?
A
Daar wordt ik niet gemotiveerd van.
B
Daar word ik niet gemotiveerd van.
Slide 21 - Quiz
Welke zin is beter?
A
Dat motiveert mij niet.
B
Daar word ik niet gemotiveerd van.
Slide 22 - Quiz
Welk woord ontbreekt in de volgende zin? Ook bouw je ervaring op, ... je allerlei nieuwe dingen leert.
A
zodat
B
doordat
C
omdat
D
nadat
Slide 23 - Quiz
Onderstaande zin is te lang. Op welke plek zou jij de nieuwe zin starten? Ik doe in mijn vrije tijd aan vrijwilligerswerk nou is er aan mij gevraagd of ik een stukje zou willen schrijven er over.
A
tussen willen en schrijven
B
tussen gevraagd en of
C
tussen vrijwilligerswerk en nou
D
tussen vrije tijd en aan vrijwilligerswerk
Slide 24 - Quiz
Wij ...........
aan de gasten of ze wat te drinken ........
voordat ze ....... .
vroegen
bestelden
wilden
Slide 25 - Drag question
In onderstaande zin ontbreekt het woord "eens". Welk woord staat er wél (verkeerd) en zou je dus vervangen door het woord "eens"? En kom vooral is een keer langs!
A
En
B
vooral
C
is
D
een
Slide 26 - Quiz
In de volgende zin ontbreekt de komma. Op welke plek hoort deze te staan? Toen het tijd was zijn we begonnen met opruimen en schoonmaken?
A
Tussen was - zijn
B
Tussen begonnen - met
C
Op de plek van 'en'
Slide 27 - Quiz
In de volgende zin ontbreken komma's. Op welke plekken horen deze te staan? Wat ik daar doe is helpen in de kantine en de bewoners van A naar B brengen of gewoon gezellig bij hen zijn.
A
Tussen doe - is
B
Tussen is - helpen
C
Op de plek van 'en'
D
Op de plek van 'of'
Slide 28 - Quiz
Volgende week hebben jullie een toets, waarbij je een artikel gaat schrijven. Voor welk medium wil je het artikel schrijven?
Blog
(op bijv. Nu.nl)
Lokale krant
Mondriaan Nieuwsbrief
Slide 29 - Poll
Volgende week hebben jullie een toets, waarbij je een artikel gaat schrijven. Wil je informatie geven, je eigen mening geven (betoog) of beiden?
Informatie
Eigen mening
Informatie én eigen mening
Slide 30 - Poll
Volgende week hebben jullie een toets, waarbij je een artikel gaat schrijven. Over welk onderwerp wil je het verslag schrijven?
Vakantie:
over land naar keuze
Uit eten:
je ervaring met een restaurant naar keuze
Leuke uitjes in je woonplaats
Ander onderwerp
Slide 31 - Poll
Onderwerp voor artikel
Slide 32 - Mind map
Iets geleerd vandaag? Noem één ding wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 33 - Mind map
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.