Paragraaf 4.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Pak je laptop en beantwoord onderstaande vraag.

Welke eenheid van lengte past het er beste bij.

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

Goedemiddag 1H

Op tafel:

-Laptop

-Wiskundeboek

-Etui

Vandaag:

-Bespreken opdracht 9

-Lesdoel

-Eenheden van Lengte

-Aan de slag

-Omtrek

-Aan de slag

Opdracht 9

Lesdoel

Ik kan eenheden van lengte omrekenen, met behulp van het overzichtje op bladzijde 147.

Ik kan de omtrek van een figuur berekenen.

Extra uitdaging:

Ik kan eenheden van lengte omrekenen zonder hulp

Hoeveel cm gaan er in 1 meter?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1000

Hoeveel meter is 1 decimeter?

1. 1
2. 10
3. 0,1
4. 0,01

Hoeveel is 4 x 10 x 10?
Probeer uit te leggen hoe je dat berekend.

Kan    het     dametje    met   de   centimeter    meten

5 km = ....................................................................................................... m

Aan de slag

Wat? Maak opdracht 12, 15, 16, 17 en 21 (blz. 146 t/m 149)

Hoe? 2 min in stilte, daarna mag je overleggen.

DENK AAN DE MANIER VAN OPSCHRIJVEN

Klaar? Maak opdracht 22

Hoelang? (8 min)

Omtrek

Hoeveel moet je lopen om over de rand van de figuur een heel rondje te lopen?

Aan de slag

Wat? Maak opdracht 12, 15, 16, 17, 18, 21, 25 en 28  (blz. 146 t/m 151). NIET AF WORDT HUISWERK

Hoe? Je mag fluisterend overleggen, gaat dat niet goed dan 4 minuten in stilte

Klaar? Nakijken via laptop, opdracht 29

Hoelang? einde van de les

5,6m = ...... cm

1. 56
2. 0,56
3. 560