1. Nationalisme moest leiden tot het terugdringen van buitenlandse invloeden in China
2. Bevolking moest via verkiezingen invloed krijgen in de politiek, waardoor China democratischer zou worden
3. De welvaart van het hele volk moest worden bevorderd (industrialisatie was de sleutel tot welvaartsgroei, maar iedereen in gelijke mate van profiteren)