Les 1 - Weeginstrumenten

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom!

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten.

Praktisch rekenen

Gewicht

Check in

- Wie is er wel/ niet?

- Hoe zit je er bij vandaag?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- luister je als een ander de beurt heeft

- doe je actief mee

- let je op jezelf

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Lesdoel

Ik weet welke weeginstrumenten er zijn en

waarvoor ik ze kan gebruiken. 

To do

• Praktische opdracht: Weeginstrumenten
  
  
• Boek:
  Gewicht t/m blz. 14

Groepjes

Zorg er voor dat:

• 1 iemand schrijft
• 1 iemand ingelogd is op LessonUp
• Iedereen meedenkt en meedoet!

Opdracht

Op tafel liggen
4 weeginstrumenten.

Bekijk ze met je groepje en schrijf op hoe ze heten. 

Wat is wat?

Unster

Balans

Keukenweegschaal

Personenweegschaal

Opdracht

Op tafel liggen
4 weeginstrumenten en 

4 voorwerpen.

Met welk weeginstrument
zou je ze wegen?

Wat weeg je met wat?

Gevangen vis

Henk

Gewichtjes 

250 gr suiker

Opdracht

Op tafel staat:
Een pak suiker

Wat weeg het pak suiker
 denk je?
Schrijf op

Opdracht

Op tafel staat:
Een waxinelichtje

Wat weeg het waxinelichtje
denk je?
Schrijf op

Opdracht

Op tafel staat:
Een ui

Wat weeg de ui denk je?
Schrijf op

Opdracht

Kies 1 persoon uit je groep:

Wat weegt deze leerling
denk je?

Schrijf op

Wat weeg je met wat?

De leerling

De ui

Het plakband

De suiker

Opdracht

Weeg alles wat op je tafel staat en schrijf dat op.

Gebruik het juiste weeginstrument

Hoeveel weegt de suiker?

Hoeveel weegt de ui?

Hoeveel weegt het waxinelichtje?

Hoeveel weegt de leerling?

Aan de slag!

We gaan maken:
Werkboek Gewicht
blz. 1 t/m blz. 14