Doe van elke paragraaf 1 of meer moeilijke boekvragen om te checken of je het begrijpt
Oefen per hoofdstuk met examenvragen van vorige jaren (biologiepagina.nl of examentraining in boek) of doe de oefentoets op BvJ online
Slide 2 - Slide
Stappenplan
Lees de tekst. Onderstreep/markeer eventuele belangrijke informatie. Deze bevat vaak bekende termen.
Haal belangrijke informatie uit tabellen/grafieken en eventueel BINAS
Wat is de vraag? Voorbeeld, uitleg, argument, berekening
Geef nauwkeurig antwoord
Controleer of je antwoord geeft op de vraag. Controleer of je antwoord zinnig is.
Schrijf je antwoord eerst op een klad en dan pas op je antwoordblad
Slide 3 - Slide
Meerkeuze
Bedenk eerst het antwoord zelf zonder naar de keuzemogelijkheden te kijken.
Als je er niet uitkomt kan je meestal sowieso een antwoord wegstrepen dat echt fout is.
Let op signaalwoorden als altijd en nooit, bedenk of die dingen écht altijd of nooit zo zijn.
Kies maar één antwoord en schrijf met een hoofdletter.
Er zijn geen regels over de antwoorden (langste antwoord of altijd B)
Je eerste antwoord is meestal het goede antwoord.
Slide 4 - Slide
Berekeningen
Altijd je werk laten zien, anders krijg je geen punten
Zet altijd de eenheid achter het getal
De uitkomst mag niet nauwkeuriger of minder nauwkeurig zijn dan de gegeven getallen (zelfde aantal decimalen)
Slide 5 - Slide
Open vragen
Sla altijd een regel over tussen open vragen
Werk puntsgewijs
Geef antwoord in hele zinnen
Geef nooit meer redenen of voorbeelden dan gevraagd
Bij vragen over standpunt of mening, gaat het om de biologische onderbouwing
Slide 6 - Slide
Open vragen
Lees de vraag goed, het werkwoord in de vraag geeft aan wat je in je antwoord moet doen.
Voorkom te algemene antwoorden, verwerk altijd biologische kennis/begrippen in je antwoord.
Voorkom onduidelijke verwijzingen, zorg dat hetgeen waar je naar verwijst in je antwoord staat en herschrijf de vraag in een openingszin. Als je antwoord met het of dat begint vergeet je vaak een verwijzing.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Open vragen
Je kan je antwoord geven in de structuur: ik zie/lees… (informatie uit de vraag/bron), ik weet… (je eigen kennis of informatie uit de binas), dus… (antwoord op de vraag/conclusie).
Bij veel vragen (waardoor, leg uit, waarom) wordt je gevraagd het verband tussen oorzaak en gevolg op te schrijven. Het kan je helpen om je antwoord te starten met het beschrijven van de oorzaak en het gevolg (deze haal je uit de vraag) en dan de denkstappen ertussen te beschrijven (aantal punten = aantal denkstappen).
Slide 9 - Slide
Natuurwetenschappelijk onderzoek
Hypothese: je verwachting, geen verklaring nodig
Proefbeschrijving: controlegroep, alles blijft hetzelfde behalve..., wat ga je meten
Conclusie: vermeld op grond van welke gegevens (getallen uit resultaten) je de conclusie trekt
Grafieken: benoem de assen, geef je grafiek een titel, maak een vloeiende lijn
Slide 10 - Slide
In de aanbieding:
Brugklas: ordening kaartjes
H4: aanpak context, open vragen en meerkeuzevragen oefeningen / examentrainer boek
V4: oefeningen met kruisingsschema's
H5: aanpak context en meerkeuzevragen oefeningen (H3) / examentrainer boek
V5: examenopgaven (T1+T3)
V6: aanpak context, open vragen en meerkeuzevragen oefeningen / oefen-SE
Kies waar je mee aan de slag wil en kom bij mij langs om het oefenmateriaal op te halen. Ik ben beschikbaar voor vragen, steek je hand op dan kom ik langs!