This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Bronnen
Een onzeker bestaan
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Minder vaste banen voor mensen met lage opleiding
Bedrijven nemen minder mensen in vaste dienst:
- Minder zekerheid
- Geen vast inkomen
- Moeilijk om huis te kopen
Moeilijker om werk te vinden voor laagopgeleide Nederlanders
Open grenzen EU → niet moeilijk om mensen te vinden die voor minimumloon willen werken.
= Het loon dat een werknemer volgens de wet minstens moet verdienen.
- Minimumloon in Nederland is meer dan dat mensen uit Oost-Europa in eigen land kunnen verdienen.
- Buitenlandse arbeiders met redelijke opleiding door Nederlandse bedrijven aangenomen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
3.3 Een onzeker bestaan (af)maken
Slide 9 - Slide
Verbetering achterstandswijken
Par. 3.4
Slide 10 - Slide
Invloed gemeente op inrichting wijken
Renoveren en saneren
Gemeente kan samen met woningcorporaties kwaliteit van woningen verbeteren:
- renovatie = Het opknappen van verouderde woningen (isoleren, nieuwe keuken of badkamer)
- sanering = Het verbeteren van een wijk door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.(woningen maken van oude fabriek)
Bestemmingsplan
Bestemmingsplan = Plan van de gemeente over het gebruik van de ruimte
- Bestemming: wonen, sport, bedrijven en winkels
- Kan aangepast worden.
Verbeteren voorzieningen
Nieuw wijkcentrum en winkelcentrum (meer mensen en rijkere mensen → meer vraag naar winkels, scholen en kinderopvang)
Nieuwe speeltuintjes en sportveldjes
Slide 11 - Slide
Bestemmingsplan
gemaakt door gemeente (burgemeester en wethouders)
op welke wijze wil de gemeente een gebied inrichten
"wet op de ruimtelijke ordening"
inspraak--> inwoners kunnen commentaar geven op de plannen, je bezwaar maken tegen plannen
gemeenteraad beslist uiteindelijk over de plannen
Slide 12 - Slide
Stedelijke venieuwing in aandachtswijken:
Initiatief vanuit de gemeente (armoedebeleid), maar óók vanuit de bewoners!
1.3 Werken met de bewoners
Slide 13 - Slide
Verbeteren leefbaarheid met armoedebeleid
Armoedebeleid = Gemeentelijk beleid voor de vermindering van armoede bij burgers.
- Helpen mensen zonder werk, mensen met schulden, mensen met gezondheidsproblemen en mensen die eenzaam zijn.
- Problemen gaan vaak samen.
Woningbouwcorporaties
Het is voor hulpverleners lastig om deze mensen op te sporen.
- Woningcorporaties gaan langs bij mensen met huurachterstand en helpen bij het vinden van een oplossing → minder mensen uit huis gezet.
Gemeente
Betrekken bewoners achterstandswijken bij oplossen van problemen door wijkraad.
Buurtcontracten met betrokkenen (woningcorporatie, bedrijfjes en vrijwilligers).
- Wie doet wat om de leefbaarheid te vergroten.
Slide 14 - Slide
Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
- ouderen
- kinderen
- Mensen die niet kunnen of willen werken (arbeidsongeschikt en onbetaald huishoudelijk werk).
In gebieden waar veel ouderen en werklozen wonen is het gemiddelde inkomen daarom lager.
Kijken naar welvaart in een gebied
Besteedbaar inkomen = Het inkomen dat iemand overhoudt na de betaling van belastingen en premies.
Armoedegrens
Armoedegrens = Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
- Meer dan 10% in sommige Nederlandse gemeenten.
Beroepsbevolking > werkgelegenheid → werkloosheid
Verschillen in inkomen veel te maken met werk:
Beroepsbevolking = Iedereen die werk heeft of werk zoekt.
Werkgelegenheid = Alle banen in een gebied, ook de banen waarvoor nog mensen worden gezocht.
Werkloosheid = Het percentage mensen van de beroepsbevolking zonder werk.
Werklozen kunnen uitkering krijgen maar dat is minder dan het loon dat iemand voor werk krijgt.
Slide 15 - Slide
Werk en beroepsbevolking
Slide 16 - Slide
Ontwikkeling van de beroepsbevolking
Slide 17 - Slide
Arm of rijk?
Beroepsbevolking = Alle mensen die tegen betaling werken, plus de werklozen.