Word order en meervoud

1 / 20
next
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

In deze LessonUp leer je meer over de  woordvolgorde 
in Engelse zinnen. 

Bekijk eerst de video, neem daarna de slides goed door 
en maak de oefeningen.

Slide 2 - Slide

Word order > zin maken
In het Engels moet je dit ezelsbruggetje aanhouden om zinnen te maken:
"wie doet wat waar wanneer"




John plays football in Joure on Saturdays.
Jenny is rehersing with her band at the local café.
The children play boardgames every weekend.
The car has broken down in the middle of nowhere two weeks ago.
Zoals je ziet, hoeft niet elke zin altijd alle onderdelen te hebben. 

wie
doet
wat/hoe
waar
wanneer
persoon, dier
of ding
alle werkwoorden
wat doet de persoon, het dier en het ding? of met hoe? of met wie?
locatie
jaar, seizoen, maand, dag, tijd, moment

Slide 3 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
my parents
church
go
to
every Sunday

Slide 4 - Drag question

Zet in de juiste volgorde:
love to read
at bedtime
by Roahl Dahl
a story
I

Slide 5 - Drag question

Zet in de juiste volgorde:
doesn't
any
eat
my parrot
meat

Slide 6 - Drag question

Word order > "hoe vaak"-woordjes
"Hoe vaak"-woordjes geven in de zin aan hoe vaak iets gebeurt.
Denk aan woorden als: ALWAYS (=altijd), NEVER (=nooit), 
SOMETIMES (=soms), OFTEN (=vaak) en USUALLY (=meestal).

"Hoe vaak"-woordjes zet je VOOR het belangrijkste werkwoord in de zin.
Let op!
Bij de werkwoorden am/is/are/was/were zet je "hoe vaak"-woordjes ACHTER het werkwoord.

He always drives to work .
We are never late for class.
Dolphins often swim in front of a ship.

Slide 7 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
give
never
presents
at Christmas
we

Slide 8 - Drag question

Zet in de juiste volgorde:
going out
are
often
my friends
on Saturdays

Slide 9 - Drag question

Zet in de juiste volgorde:
always
at night
as a guard
works
Peter

Slide 10 - Drag question

Meer oefenen!
Word order > zinnen maken: KLIK HIER
Word order > "hoe vaak"-woordjes: KLIK HIER

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Meervoud in het Engels
Meervoud in Engels:
woord + s
car - cars
bird - birds
Eindigt het woord op sis-klank?
woord  + es
box - two boxes
match - matches
Sommige woorden die eindigen met -o:
woord + es
potato - potatoes
hero - heroes
Eindigt het woord op medeklinker en -y?
-y verandert in -ies
city - cities
baby - babies
Eindigt het woord op -f of -fe:
-f of -fe wordt meestal -ves
knife - knives
wolf - wolves

Onregelmatig > uit je hoofd leren.
child - children                mouse - mice
man - men                       woman - women
person - people               fish - fish

Slide 13 - Slide

Meervoud van:
lady

Slide 14 - Open question

Meervoud van:
potato

Slide 15 - Open question

Meervoud van:
box

Slide 16 - Open question

Meervoud van:
table

Slide 17 - Open question

Meervoud van:
bus

Slide 18 - Open question

Meervoud van:
wolf

Slide 19 - Open question

Oefen!
Maak de oefeningen in je Grammar boekje:
  • blz. 7 Woordvolgorde - adverbs of frequency
  • blz. 8 Meervoudsvormen
    Dit kijken we de volgende les na.
Klaar?
Maak als voorbereiding op de volgende lessen deze exercises in All Right! online:
          SOM > Leermiddelen > Engels > All Right! online.
          Start bij het overzicht van alle Units. 
          Kies Unit 0 (Onregelmatige werkwoorden).
          Maak exercise 1 t/m 8, zodat je de volgende keer veel werkwoorden kent!

Slide 20 - Slide