will - to be going to

Grammar: will vs going to
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammar: will vs going to

Slide 1 - Slide

Today
Na deze les kan/ken je...
- uitleggen wat will en going to zijn
- will en going to op de juiste manier gebruiken

Slide 2 - Slide

Woots
Log in bij woots en maak de kijk/luistertoets die klaar staat

Slide 3 - Slide

Future: will
Vorm: will + ww
- Je gebruikt will om te zeggen dat jij denkt dat iets in de toekomst zal gebeuren. Je hebt daar geen bewijs voor.
I think it will rain soon.

- Je gebruikt will ook om te zeggen dat je iets van plan bent/een beslissing maakt en dat op dat moment aangeeft.
I will do my homework later today.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

To be going to
Vorm: am/is/are + going to + ww
- Om te zeggen dat je iets van plan bent (wat vaak al eerder is afgesproken)
I am going to see my grandmother this weekend.

- Je voorspelt iets, en daar heb je bewijs voor.
Look at those dark clouds in the sky, it is going to rain soon!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Will / Going to?

I ...(call) you tonight. I promise.
A
am going to call
B
will call
C
call
D
called

Slide 15 - Quiz

Will / Going to ?

Jack ___ (visit) a museum tomorrow morning.
A
will visit
B
visits
C
is going to visit
D
visited

Slide 16 - Quiz

I have checked the weather report, it ...................... sunny this afternoon.
A
will be
B
is
C
is going to be
D
was

Slide 17 - Quiz

To do:
Finish grammar
Start studying for the test

Slide 18 - Slide