Herhaling basis 2

Grammatica zinsdelen
Basis deel 1 (gisteren)
- Persoonsvorm (PV)
- Onderwerp (OW)
- Werkwoordelijk gezegde (WG)
- Lijdend voorwerp (LV)
- Meewerkend voorwerp (MV)
- Bijwoordelijke bepaling (BWB)
- Voorzetselvoorwerp (VV)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen
Basis deel 1 (gisteren)
- Persoonsvorm (PV)
- Onderwerp (OW)
- Werkwoordelijk gezegde (WG)
- Lijdend voorwerp (LV)
- Meewerkend voorwerp (MV)
- Bijwoordelijke bepaling (BWB)
- Voorzetselvoorwerp (VV)

Slide 1 - Slide

Grammatica zinsdelen
Basis deel 2 (vandaag)
- Naamwoordelijk gezegde
- Bijvoeglijke bepaling

Slide 2 - Slide

Grammatica: nieuwe stof (volgende week)
- Vorig jaar (De brug):
- Enkelvoudige en samengestelde zinnen (hoofd en bijzinnen)
- Zinsdeelzinnen

Nieuwe stof:
Bijvoeglijke bijzin

Slide 3 - Slide

Huiswerkbespreking
Opdracht 1 en 2 op bladzijde 259 en 260               (deel 1: gisteren)

Opdracht 3 en 4 op bladzijde 261                        (deel 2: vandaag)

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
Opdracht 3 (blz. 261)

- Noteer van de zinnen: PV / OW / NG
- Zet het NW. DEEL tussen vierkante haken

Slide 5 - Slide

Voorbeeld: 

De jongen heeft gisteren gespeeld.

Slide 6 - Slide

1. Die oude man lijkt mij erg eenzaam.

Slide 7 - Slide

2. De door brand verwoeste boerderij
bleek onverkoopbaar.

Slide 8 - Slide

3. Op school is Wouter altijd een
deugniet geweest. 

Slide 9 - Slide

4. Ondanks de omstandigheden is
Truus optimistisch gebleven.

Slide 10 - Slide

5. Wil Eefje later concertpianiste worden?

Slide 11 - Slide

6. Een oude klasgenoot van ons schijnt
een veelbelovend acteur. 

Slide 12 - Slide

Opdracht 1
Opdracht 4 (blz. 261)

- Onderstreep de bijvoeglijke bepalingen

Slide 13 - Slide

1. Vorige week kocht een Canadese vrouw
van twintig jaar een lot van vier dollar.

Slide 14 - Slide

2. Na de spannende trekking bleek zij het winnende lot
te hebben.

Slide 15 - Slide

3. Ze mocht kiezen tussen een eenmalige uitkering van
een miljoen dollar of een levenslang inkomen van
duizend dollar per week. 

Slide 16 - Slide

4. Wat zou jij doen met zo´n enorm groot geldbedrag
uit de jackpot?

Slide 17 - Slide

Opdracht 1
Klassikale opdracht
1. Pak allemaal een pen en je schrift.
2. Noteer van de zinnen: PV/OW/WG/NG/LV/MV/BWB/VV/BIJV. BEP.

Slide 18 - Slide

Marie dacht aan de oever van de Maas aan haar vroegere

geliefde.
Zin 4

Slide 19 - Slide