V2 herhaling ww op -er en -re

V2 herhaling ww op -er en -re
WEET JE HET NOG?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

V2 herhaling ww op -er en -re
WEET JE HET NOG?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Choisis la traduction correcte:
wij praten
A
nous parlons
B
on parlons
C
nous parle
D
on parlent

Slide 4 - Quiz

Choisis la traduction correcte:
zij heeft gekeken
A
elle a regardé
B
elle a regardée
C
elle est regardé
D
elle est regardée

Slide 5 - Quiz

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
wij (nous) luisteren (écouter)

Slide 6 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
ik heb gegeten (manger)

Slide 7 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
zij (mnl mv) zijn dol op (adorer)

Slide 8 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
hij is aangekomen (arriver)

Slide 9 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
zij is aangekomen (arriver)

Slide 10 - Open question

Weet je ook nog wat je doet met een wederkerend ww?

ik was me (se laver)

Slide 11 - Open question

Wederkerend ww: se laver = zich wassen
PRÉSENT:                                          PASSÉ COMPOSÉ
Je me lave                                         je me suis lavé(e)
Tu te laves                                         tu t'es lavé(e)
Il se lave                                             elle s'est lavée
Nous nous lavons                         nous nous sommes lavé(e)s
Vous vous lavez                             vous vous etes lavé(e)(s)
Elles se lavent                                 ils se sont lavés

Slide 12 - Slide

Weet je ook nog wat je doet met een wederkerend ww?

zij (mnl mv) maken ruzie (se disputer)

Slide 13 - Open question

Weet je ook nog wat je doet met een wederkerend ww?

zij (mnl mv) hebben ruzie gemaakt (se disputer)

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Choisis la traduction correcte:
jullie verkopen
A
vous vendons
B
vous vendez
C
vous avez vendez
D
vous etes vendu

Slide 17 - Quiz

Choisis la traduction correcte:
ik wacht
A
je attend
B
je attends
C
j'attend
D
j'attends

Slide 18 - Quiz

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
ik hoor (entendre)

Slide 19 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
ik heb gehoord (entendre)

Slide 20 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
zij (vrl mv) verkopen (vendre)

Slide 21 - Open question

Geef de gevraagde vorm in het Frans:
zij (vrl mv) hebben verkocht (vendre)

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide