H2.8 Spelling Pv in v.t.

H2.8 Spelling
Wat gaan we doen deze les?
  1. Terugblik naar PV in TT
  2. Nieuwe theorie PV in VT
  3. De bijbehorende opdrachten maken

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2.8 Spelling
Wat gaan we doen deze les?
  1. Terugblik naar PV in TT
  2. Nieuwe theorie PV in VT
  3. De bijbehorende opdrachten maken

Slide 1 - Slide

Lesson Up
We gaan de theorie van de PV in de TT herhalen en daar de theorie van de PV in VT toevoegen.

Tijdens het oefenen heb je alleen Lesson Up voor je en ben je met niks anders bezig!



Slide 2 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 3 - Mind map

PV in de TT
Bij het schrijven van de persoonsvorm in de TT heb je drie mogelijkheden.

  1. STAM
  2. STAM+T
  3. HELE WERKWOORD

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de stam van het werkwoord?

Slide 5 - Open question

Drie mogelijkheden
  • Stam
    Ik fiets iedere dag naar school
  • Stam+t
    Jij fietst iedere dag naar school
  • Hele werkwoorden
    Wij fietsen iedere dag naar school 

Slide 6 - Slide

Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin:
'Wij gaan dit weekend verhuizen!'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD

Slide 7 - Quiz

Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin:
'Ik heb dat jou toch gezegd?'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD

Slide 8 - Quiz

Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin:
'Heb jij je laptop bij je?'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD

Slide 9 - Quiz

Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin:
'Mooi, je hebt je laptop bij je!'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD

Slide 10 - Quiz

Aan het einde van deze les

.... heb je geleerd hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.

TT: Hij vangt de bal tijdens een potje trefballen.
VT: Hij ving de bal tijdens een potje trefballen
Vangen --> Vingen


Slide 13 - Slide

Schrijf het werkwoord in de VT:
'.... (gaan) jij gisteren naar de McDonalds?'

Slide 14 - Open question

Schrijf het werkwoord in de VT:
'Ik .... (zwemmen) een wereldrecord op de 50meter!'

Slide 15 - Open question

Schrijf het werkwoord in de VT:
'Gisteren .... (ontvangen) ik mijn nieuwe bed.'

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Zwakke werkwoorden in de VT
Voorbeeld: Judith .... (maken) alle opdrachten in de les.

Stappenplan:
  1. Maak van maken de stam --> mak
  2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Ja, dus +te of +ten
  3. Vul in de zin de ik-vorm in--> maak
  4. Kijk wie het werkwoord uitvoert. Enkelvoud of meervoud? --> Enkelvoud, dus +te
  5. Judith maakte alle opdrachten in de les.
 

Slide 18 - Slide

Zwakke werkwoorden in de VT
Voorbeeld: Gisteren .... (raden) Mees en Mo alle hints die de docent gaf.

Stappenplan:
  1. Maak van raden de stam --> rad
  2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Nee, dus +de of +den
  3. Vul in de zin de ik-vorm in--> raad
  4. Kijk wie het werkwoord uitvoert. Enkelvoud of meervoud? --> Meervoud, dus +den
  5. Gisteren raadden Mees en Mo alle hints die de docent gaf.
 

Slide 19 - Slide

Schrijf het werkwoord in de VT op.
'Het weer .... (klaren) gelukkig snel op.'

Slide 20 - Open question

Schrijf het werkwoord in de VT op.
'Een week geleden .... (typen) de leerlingen een heel verhaal.'

Slide 21 - Open question

Aan de slag
H2.8 Spelling
Opdracht 1, 2, 4 t/m 7

Dit is huiswerk voor de les van dinsdag 22/02.

Klaar?
Meld het me!
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Klaar? Oefenen met de PV VT
Maak de opdrachten via je iPad. De onderstrepingen zijn linkjes, waar je op kunt klikken. (lukt het niet om erop te klikken? Kopieer de linkjes dan en plak ze in je internetbalk.)


Slide 23 - Slide