(voorkennis) vlakke figuren
1 / 30
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat betekenen de rode
streepjes?
streepjes?
A
Helemaal niets
B
Dat dit een parallelogram is
C
De lijnen zijn even lang als ze alle twee 1 streepje hebben
D
Dit zijn de diagonalen
Slide 20 - Quiz
Wat betekenen de
pijltjes in
de tekening?
pijltjes in
de tekening?
A
De zijden met 1 rode pijl is evenwijdig aan de andere zijde met 1 rode pijl
B
De zijden zijn even lang
C
niets
D
Pijlen geven een richting aan
Slide 21 - Quiz
Hoe heten deze zwarte
lijnen die in het
parallellogram staan?
lijnen die in het
parallellogram staan?
A
symmetrieassen
B
Deellijnen
C
schuine lijnen
D
Diagonalen
Slide 22 - Quiz
Hoeveel diagonalen
heeft een vlieger?
heeft een vlieger?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quiz
Hoeveel symmetriassen
heeft een vlieger?
heeft een vlieger?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 24 - Quiz
Hoeveel diagonalen
heeft een ruit?
heeft een ruit?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 25 - Quiz
Hoeveel symmetriassen
heeft een ruit?
heeft een ruit?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quiz
Hoeveel symmetrieassen in totaal?
A
5
B
6
C
7
D
4
Slide 27 - Quiz
Welk verkeersbord heeft 3 symmetrie assen
A
B
C
D
Slide 28 - Quiz
Wat is een diagonaal?
A
Een lijn van A naar B
B
Een lijn van het midden
C
Een lijn van twee hoeken door de figuur
D
De helft van de figuur
Slide 29 - Quiz
Is dit een diagonaal?
A
Ja
B
Nee
