Paragraaf 4 - Het klimaat in Nederland

H3 - paragraaf 4
Het klimaat in Nederland
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H3 - paragraaf 4
Het klimaat in Nederland

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:

- Uitleggen hoe windrichting ons weer beïnvloed
- Uitleggen waarom het in de zomer koeler is dan Duitsland en in de winter warmer
- Uitleggen hoe het klimaat veranderd door de mens

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het zeewater doet er lang over om op te warmen en af te koelen.  

Slide 6 - Slide

Ander klimaat
Door de invloed van de zee kunnen gebieden op dezelfde breedte toch een ander klimaat hebben:
  • Amsterdam: zeeklimaat
  • Saratov: landklimaat

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De zee zorgt voor...
  • Zachte winters: de zee warmt het land op
  • Koele zomers: de zee koelt het land af

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Lucht is warm en vochtig en komt van tropische oceanen.
Waarvandaan komt de wind?
A
Oost
B
Noord
C
Zuid
D
West

Slide 12 - Quiz

In de winter is deze lucht droog en erg koud. Het vriest in Nederland. Waarvandaan komt de wind?
A
Oost
B
West
C
Noord
D
Zuid

Slide 13 - Quiz

In de winter zorgt deze koude lucht voor veel sneeuw.
Waarvandaan komt de wind?
A
oost
B
zuid
C
west
D
noord

Slide 14 - Quiz

Nederland heeft een ............. klimaat
A
Poolklimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 15 - Quiz

Wat warmt eerder op in de zomer?
A
Zee
B
Land

Slide 16 - Quiz

In de winter is de zee kouder dan het land.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat koelt eerder af in de winter?
A
Land
B
Zee

Slide 18 - Quiz

Als je van Nederland naar Noorwegen vliegt, wordt het kouder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Wanneer landijs smelt, stroomt er ........
in de zee.

A
Extra water
B
Geen water

Slide 21 - Quiz

Op Groenland is de klimaatverandering al duidelijk
zichtbaar.
Wat valt op? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
De winters worden kouder
B
De gletsjers smelten
C
De temperatuur stijgt
D
Het ijsoppervlak wordt groter

Slide 22 - Quiz

Hierdoor ......... de zeespiegel.
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 23 - Quiz

Wanneer zeeijs smelt neemt het weer het volume van water aan, dit heeft ...... invloed op de zeespiegel.
A
Wel
B
Geen

Slide 24 - Quiz

Maken
BK
LB: blz. 56-57
WB: blz. 72-73
Maken werkboek 3.4
1, 2, 4, 6 

timer
15:00

Slide 25 - Slide

Maken
KT
LB: blz. 62-63
WB: blz. 78-79
Maken werkboek 3.4
2- 4, 5b,c, 6- 7
5a

timer
20:00

Slide 26 - Slide