2M1 - 17 juni

2M1 - Vrijdag 17 juni
samen:
uitleg en vragen

zelfstandig:
 - insturen huiswerk
 - maken herhalingsvragen
 - maken oefenvragen
Nodig:
- iPad
- Etui
- Werkboek blz. 84

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2M1 - Vrijdag 17 juni
samen:
uitleg en vragen

zelfstandig:
 - insturen huiswerk
 - maken herhalingsvragen
 - maken oefenvragen
Nodig:
- iPad
- Etui
- Werkboek blz. 84

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Uitleg: Paragraaf 5.2
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

2M1 - Donderdag 4 juni
samen:
uitleg en vragen

zelfstandig:
 - insturen huiswerk
 - maken herhalingsvragen
 - maken oefenvragen
§5.2 'De Koude Oorlog'
NIEUW

Slide 3 - Slide

Koude oorlog 
'Ideologische vijandigheid en een wapenwedloop tussen de Sovjet-Unie (en haar bondgenoten) en de Verenigde Staten (en haar bondgenoten)'

Slide 4 - Slide

Waarom wordt de Koude Oorlog de KOUDE Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Een oorlog waarin weinig directe actie wordt ondernomen.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 5 - Quiz

KOUDE oorlog
NOOIT opschrijven
We noemen de Koude oorlog niet 'koud' omdat het daadwerkelijk koud was. Dit antwoord is altijd fout en maakt mij aan het huilen, dus nooit invullen!

Slide 6 - Slide

KOUDE oorlog
WEL opschrijven
Ken je de uitdrukking 'in het heetst van de strijd'? Een oorlog wordt vaak geaccocieerd met woede en hitte en vlammen. 
Tijdens de Koude oorlog hebben de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten nooit (direct) tegen elkaar gevochten. De oorlog was dus 'koud'...


Slide 7 - Slide

Wie is de beste?
In het begrip koude oorlog heeft het over een 'ideologische strijd'. Een ideologie is een denkwijze over mensen en de maatschappij. 

De ideologie van de Sovjet-Unie was het communisme.
De ideologie van de Verenigde Staten was het kapitalisme.

Tijdens de Koude oorlog proberen zij elkaar te bewijzen dat hun ideologie het beste is.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Invloedssfeer

Na de Tweede Wereldoorlog raakt Europa verdeeld. Er ontstaan twee invloedssferen. Een invloefdssfeer is een gebied waar een land invloed heeft.

Oost-Europa --> Sovjet-Unie
West-Europa --> Verenigde Staten


Slide 11 - Slide

Wat is een invloedssfeer?
A
Een grootmacht dat graag de macht heeft over een ander land.
B
Een gebied of regio waar een land veel invloed op heeft.
C
Een gebied of regio waar een ontzettend gezellige sfeer is.
D
Een gebied dat graag iets te zeggen heeft over zichzelf.

Slide 12 - Quiz

Onder welke invloedssfeer valt Nederland?
A
Westblok en kapitalisme
B
Westblok en communisme
C
Oostblok en kapitalisme
D
Oostblok en communisme

Slide 13 - Quiz

Economisch
Na de Tweede Wereldoorlog werd in sommige landen het communisme steeds populairder en het kapitalisme juist niet. 

Daarom bood de VS vanaf 1947 economische steun aan Europese landen, ook aan Oost-Europa. De hulp heet de Marshallplan
Landen in het oostblok mochten van Stalin de hulp niet aannemen. De landen in het westblok deden dit wel en werden steeds welvarender. 



Slide 14 - Slide

Militair
In 1949 wordt de NAVO opgericht. 
Dit is een militair bondgenootschap tussen de VS, Canada en West-Europese landen. Er werd afgesproken dat de landen elkaar zouden helpen bij een (communistische aanval).

In 1955 richten de S-U als reactie ook en militair bondgenootschap op, het Warschaupact. Hierin zaten Oost-Europese landen onder leiding van de Sovjet-Unie. 




Slide 15 - Slide

Communisme 
Kapitalisme 
Warschaupact
Stalin
Eenpartijstaat
NAVO
Vrije markt
Democratie
Oost-blok
Vrije ondernemers
Vrijheid
Gelijkheid
Sovjet-Unie
Alles eigendom van de staat
Groei en welvaart
West-blok
Verenigde Staten

Slide 16 - Drag question

IJzeren Gordijn

Slide 17 - Slide

IJzeren Gordijn
Europa raakte tijdens de Koude OOrlog letterlijk verdeeld. Er was een IJzeren Gordijn dwars door Europa. 

De grens tussen het westblok en oostblok was een een echte grens, maar ook een ideologische grens. Er waren hekken, prikkeldraad en wachttorens. Maar ook persoonlijke redenen om niet over de grens te gaan. 

Slide 18 - Slide

SO Paragraaf 5.1 en 5.4


Leren:
- Tekstboek §5.1 en §5.4
- Begrippen (tekstboek blz. 84) 
- Werkboek §5.1 opdr. 1 t/m 6
- Werkboek §5.4 opdr. 2, 3, 5 en 8




Woensdag 22 juni - 4e uur
NEEM JE BOEKEN MEE!

Slide 19 - Slide

Huiswerk


Paragraaf 5.3
Opdracht 1 en 3ab



Vrijdag 24 juni - 2e uur
- Infoboek blz. 60 en 61
- Werkboek blz. 84 en 85

Slide 20 - Slide

Leerstof toetsweek


Leren:
  • Tekstboek §5.1 t/m §5.4 (blz. 72 t/m 79)
  • Begrippen (tekstboek blz. 84) 
  • Werkboek §5.1 opdr. 1 t/m 6
  • Werkboek §5.2 opdr. 2 t/m 6
  • Werkboek §5.3 opdr. 2 t/m 7
  • Werkboek §5.4 opdr. 2, 3, 5 en 8
  • Lessonup + 'aantekeningen'
Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.1 t/m 5.4

Slide 21 - Slide