H2.2 Lezen

Welkom       


Licht tegen donker

Licht dat wil ingaan
tegen donkere nachten
tegen duistere machten.
De morgen breekt aan.

Toen de zon aan de slag kon
ging het donker verdwijnen
mocht de aarde verschijnen.
Dat begon met de zon.

Kijk dan en zie maar
maak het licht levend
word zelf lichtgevend
voor jezelf en elkaar.

                                                                                (Karel Eykman)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom       


Licht tegen donker

Licht dat wil ingaan
tegen donkere nachten
tegen duistere machten.
De morgen breekt aan.

Toen de zon aan de slag kon
ging het donker verdwijnen
mocht de aarde verschijnen.
Dat begon met de zon.

Kijk dan en zie maar
maak het licht levend
word zelf lichtgevend
voor jezelf en elkaar.

                                                                                (Karel Eykman)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 minuten lezen
  • Oefening/Quiz
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Doelen
- Je kunt verschillende tekststructuren herkennen
- Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.




Slide 3 - Slide

timer
10:00

Slide 4 - Slide

vaste tekststructuren
  • Inleiding, middenstuk/kern, slot is opgebouwd volgens een vaste structuur.
  • 7 vaste tekststructuren.
  • H1: Argumentatiestructuur, aspectenstructuur, verklaringsstructuur, voor- en nadelenstructuur.
  • H2: probleem-oplossingsstructuur, verleden-heden(-toekomst)structuur, vraag-antwoordstructuur.  

Slide 5 - Slide

oefenen op mobiel of laptop
10 vragen
Log in met je voornaam
Doe geen andere dingen op je telefoon

Slide 6 - Slide

Wat is een tekststructuur?
A
Is een tweedeling: inleiding en midden
B
Is een manier om het middenstuk in te delen.
C
Is een driedeling: inleiding-midden-slot
D
Vaste indeling inleiding-midden-slot

Slide 7 - Quiz

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden (toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Voor/nadelenstructuur
D
Aspectenstructuur

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
ASPECTENSTRUCTUUR
B
ONDERWERP STRUCTUUR
C
VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR
D
VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 9 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 10 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een uiteenzetting?(informatieve tekst)
A
Een aspectenstructuur
B
Een vraag-antwoord-structuur
C
Een argumentatie-structuur
D
Een verklaringstructuur

Slide 11 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 12 - Quiz

Een tekst kan altijd maar één tekststructuur hebben.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Hoeveel vaste tekststructuren zijn er?
A
7
B
5
C
9
D
8

Slide 14 - Quiz

Welke zin is de kernzin?

Op 20 december jl. heb ik een laptop bij u besteld. Dat is nu vijf maanden geleden en ik heb nog niets ontvangen. Ook reageert u niet op mijn telefoontjes en e-mails. Daarom annuleer ik mijn bestelling.
A
eerste zin
B
tweede zin
C
laatste zin

Slide 15 - Quiz

Welke zin is de kernzin?

Onze zalen zijn zeer geschikt voor de bijeenkomsten die u wilt houden. De vier zalen die wij hebben, kunnen door flexibele wanden geschikt gemaakt worden voor groepen van elke grootte. Alle apparatuur voor het houden van presentaties is aanwezig.
A
eerste zin
B
tweede zin
C
laatste zin

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
Keuze
  • Werken aan je weektaak
  • Lezen
  • Werken aan je boekopdrachten
  • Oefenen met werkwoordspelling (www.gespeld.nl)

Slide 17 - Slide

Doelen
- Je kunt verschillende tekststructuren herkennen
- Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.




Slide 18 - Slide

Tot morgen!
  • Zijn er nog vragen?
  • Zorg dat je je spullen op orde hebt! Leesboek mee! 

Slide 19 - Slide