wkpv2 hoofdstuk 1 handhaving

Hoofdstuk 1, Handhaving
1.1 Inleiding
1.2 Toezicht en handhaving
1.2.1 Opsporingsbevoegdheden
1.2.2 Toezichthoudende bevoegdheden Awb
1.2.3 Voortgezette toepassing
1.2.4 Twee sporen beleid
1.3 De bevoegde toezichthouder
1.4 Rechtspersonen en functioneel daderschap
1.5 Functionele dader
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Handhaving toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1, Handhaving
1.1 Inleiding
1.2 Toezicht en handhaving
1.2.1 Opsporingsbevoegdheden
1.2.2 Toezichthoudende bevoegdheden Awb
1.2.3 Voortgezette toepassing
1.2.4 Twee sporen beleid
1.3 De bevoegde toezichthouder
1.4 Rechtspersonen en functioneel daderschap
1.5 Functionele dader

Slide 1 - Slide

Toetstermen
  • Benoemen waar de bevoegdheid om als toezichthouder te mogen optreden is vastgelegd.
  • Aan de hand van een voorbeeld vaststellen wat de bevoegdheden zijn van de opsporingsambtenaar of van de toezichthouder.
  • Uit kunnen leggen dat er naast de natuurlijke persoon, ook de rechtspersoon, de daaraan gelijkgestelde rechtsvorm en de functionele dader als dader of als overtreder kan worden aangemerkt.

Slide 2 - Slide

 Handhaving
  • Handhaven = Dwingen van naleven wetgeving.
  • Definitie van handhaven: 
  • "Alle activiteiten die gericht zijn op het doen naleven van wettelijke regels door burgers, bedrijven en overheden."
Preventief
Preventief handhaven door:
Communicatie, 
Stimulering en 
Toezicht
Repressief
Door toepassen (of het dreigen ermee) van:
  • bestuurlijke sancties 
en of 
  • straftrechterlijke sanctie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Bestuursrechtelijke handhaving
  • het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn de bestuursorganen binnen de gemeente. 
  • Deze bestuursorganen kunnen wetgeving, zoals de Wet milieubeheer (Wmb), de Drank- en Horecawet (DHw) of de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) 
  • handhaven met bestuurlijke middelen of strafrechtelijke middelen.

Slide 5 - Slide

Bestuurlijke handhaving
  • Bestuursrechtelijke  handhaving gebeurt door het bestuursorgaan zelf.
  • Bevoegde toezichthouders houden toezicht en het bestuursorgaan legt na overtreding van wettelijke voorschriften (zo nodig) zelf een bestuurlijke boete op.
  • Er komt, in eerste instantie, geen rechter aan te pas.
  • Last onder dwangsom en Last onder bestuursdwang richten zich op het: 
  • Gedwongen ongedaan maken van de overtreding of de gevolgen daarvan of het niet vaker herhalen van de overtreding.
  • Bestuursrechtelijke handhaving richt zich voornamelijk op normherstel.
  • De bestuurlijke boete, opgelegd door de burgemeester, bij het overtreden van de DHw, is een volledig bestraffende sanctie.

Slide 6 - Slide

Last onder bestuursdwang:
(herstelsanctie/ kan samen met strafrecht)

 

  • Het bestuursorgaan geeft de overtreder de opdracht de overtreding te beëindigen binnen een bepaalde termijn 
  • dit heet de begunstigingstermijn. 
  • Deze termijn kan verschillen van één uur tot een aantal weken. 
  • Wanneer de overtreder binnen de gestelde termijn voldoet aan de opdracht, dan is het klaar. 
  • Doet de overtreder het niet dan beëindigt het bestuursorgaan de overtreding of laat dit doen – op kosten van de overtreder- zodat de geschonden norm wordt hersteld.

Slide 7 - Slide

Last onder dwangsom
(herstelsanctie/ kan samen met strafrecht)

  • Opdracht aan de overtreder om de overtreding ongedaan te maken binnen een bepaalde termijn (begunstigingstermijn).
  • Na die termijn dient de overtreder een bedrag te betalen per tijdseenheid of 
  • per overtreding wanneer die overtreding niet is beëindigd of wordt herhaald.

Slide 8 - Slide

Bestuurlijke boete
(bestraffende sanctie/ NIET samen met strafrecht)


  • Bestraffende boete die door het bestuursorgaan wordt opgelegd aan de overtreder van bijvoorbeeld de DHw.
  • Deze bevoegdheid moet zijn toegekend door de wet.
  • Een bestuurlijke boete is een sanctie die ertoe dient om een overtreder te straffen. 
  • Er zitten wel een aantal voorwaarden aan hoe dit moet worden gedaan.
  • Daarnaast moeten de waarborgen (cautie) die in het strafrecht gelden ook bij een bestuurlijke boete in acht worden genomen door het bestuursorgaan.

Slide 9 - Slide

Intrekken van de vergunning
  • het ambtshalve intrekken van de vergunning als reactie op het overtreden van de norm kan als sanctie worden gezien.
  • Het zorgt er in ieder geval voor dat de overtrederzijn activiteiten moet beëindigen

Slide 10 - Slide

Wat betekent "begunstigingstermijn" in het bestuursrecht
A
een overtreding van een wettelijk regel te doen stoppen
B
opdracht van het bestuursorgaan aan de overtreder om de overtreding te beëindigen binnen door het bestuursorgaan gestelde termijn
C
een termijn die je de betrokkene geeft om te reageren naar het bestuursorgaan
D
een termijn van betaling voor de betrokkene

Slide 11 - Quiz

Wat is waar?
A
De bestuurlijke boete en last onder dwangsom kan in combinatie met strafrecht
B
De bestuurlijke boete en last onder bestuursdwang kan in combinatie met strafrecht
C
Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom kan in combinatie met strafrecht
D
Alleen de bestuurlijke boete kan in combinatie met strafrecht

Slide 12 - Quiz

Het invullen van een Combibon is een
A
preventieve handeling
B
repressieve handeling

Slide 13 - Quiz

De bevoegdheden van de toezichthouder staan in
A
Algemene wet bestuurdersrecht
B
Algemene bestuursrecht wet
C
Algemene wet bestuursrecht
D
Algemene maatregelen van bestuur

Slide 14 - Quiz

Mag een toezichthouder een combibon schrijven voor een auto zonder blauwe kaart in een blauwe zone?
A
toezichthouders zijn daartoe niet bevoegd
B
Alleen als de toezichthouder samen is met een BOA
C
Toezichthouders mogen alleen maar toezicht houden
D
de toezichthouder is bevoegd

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

1.2 Toezicht en opsporing
  • Toetstermen:
  • Waar is de bevoegdheid om als toezichthouder op te treden vastgelegd;
  • Aan de hand van een voorbeeld vaststellen wat de bevoegdheden zijn van de opsporingsambtenaar of van de toezichthouder.

Slide 17 - Slide

Toezicht
  • De Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat centraal in het bestuursrechtelijke toezicht.
  • Deze wet zegt wie:
  • Toezichthouder is;
  • wat de bevoegdheden van de toezichthouder zijn;
  • Welke sancties het bestuursorgaan kan opleggen.
  • een bijzondere wet over verordening kan vergaande bevoegdheden geven voor het toezicht op die wet of verordening, maar kan de bevoegdheden uit de Awb ook beperken.

Slide 18 - Slide

Handhaver
  • Een handhaver die toezichthouder en tevens opsporingsambtenaar is, zal afhankelijk van zijn doel vooraf  moeten bepalen hoe hij optreedt;
  • Opsporen/strafrecht opsporingsbevoegdheden alleen een strafvorderlijk doel
  • Bestuursrecht/bevoegdheden Awb alleen een bestuurlijk doel
  • Beide doelen kunnen ook gelijktijdig worden bediend;
  • Eerst de strafrechtelijke sanctie en daarna de bestuurlijke (herstel) sanctie.

Slide 19 - Slide

1.2.1 Opsporingsbevoegdheden
  • Opsporingsbevoegdheden mogen worden toegepast wanneer er minstens een redelijk vermoeden (art. 27 WvSv) bestaat dat er een strafbaar feit is of wordt gepleegd.
  • De bevoegdheden zoals:
  • Staande houden, aanhouden, in beslag nemen, onderzoek aan kleding i.v.m. waarheidsvinding worden gevolgd door een ambtsedig proces-verbaal met daarin de verrichtingen en bevindingen 

Slide 20 - Slide

Wet op de economische delicten
(artikel 18 t/m 23 en 24a Wed)
  • Indien het strafbare feit als economisch delict is aangewezen kunnen de opsporingsbevoegdheden uit de Wed worden toegepast
  • De opsporingsbevoegdheden van de Wed vereisen geen redelijk vermoeden. 
  • Een aanwijzing dat een economisch delict is of wordt gepleegd is voldoende

Slide 21 - Slide

Opsporingsbevoegdheden
  • De Wet op de economische delicten geeft je bevoegdheden.
  • Deze bevoegdheden hebben een strafvorderlijk doel of een bestuurlijk doel.
  • Let er goed op dat je de bevoegdheden niet door elkaar haalt.
  • Strafvorderlijk doel = proces-verbaal
  • Bestuurlijk doel = Last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, bestuurlijke boete, intrekken vergunning

Slide 22 - Slide

1.2.2 Toezichthoudende bevoegdheden Awb
Art. 5:16 t/m 5:20 AWB
  • Toezichthoudende bevoegdheden mogen alleen worden toegepast door de persoon die bij wettelijk voorschrift of bij bestuursbesluit is aangewezen als toezichthouder.
  • Het is een wettelijk voorschrift wanneer een tot de centrale overheid behorend orgaan de bevoegdheid om toezicht-
    hou­ders aan te wijzen ontleent aan een wet in formele zin.
  • Het is een bestuursbesluit wanneer een besluit is genomen door het bestuur van een rechtspersoon. 

Slide 23 - Slide

Annexe vordering van medewerking
  • Deze vordering mag alleen gedaan worden met het doel om (beter) toezicht te houden. 
  • Niet om een bepaalde overtreding te stoppen of een bepaalde overtreding langer te plegen.
  • De vorderingen moeten tot doel hebben om feiten en omstandigheden te verzamelen voor het bestuursorgaan zodat het bestuursorgaan (eventueel) een sanctie kan opleggen.

Slide 24 - Slide

Bijzondere wetten → Aanvullende bevoegdheden
  • Tabakswet:
  • Toezichthouder is bevoegd, zonder toestemming van de bewoner, een woning te betreden, voor zover dit beperkt blijft tot het zich begeven naar in/aan de woning aanwezige bedrijfsruimten.
  • Drank- en horecawet:
  • Toezichthouder is bevoegd, zonder toestemming van de bewoner, een woning te betreden, waar bedrijfsmatig en anders dan om niet, alcoholhoudende drank aan particulieren wordt verstrekt

Slide 25 - Slide

Verordening
  • Artikel 6.3 Algemene Plaatselijke Verordening:
  • Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften,
  • welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Slide 26 - Slide

Algemene wet op binnentreden
  • Bij het betreden van een woning, met of zonder toestemming van de bewoner is de AWOB van toepassing.
  • Legitimatie vooraf;
  • Mededeling doel vooraf;
  • Vragen om toestemming;
  • Bevoegd zijn om binnen te treden.
  • Binnen vier dagen na binnentreden een proces-verbaal van binnentreden hebben opgemaakt

Slide 27 - Slide

Niet met een strafvorderlijk doel
  • Artikel 1:6 Algemene wet bestuursrecht stelt dat de toezichthoudende bevoegdheden uit die wet niet van toepassing zijn op de opsporing en vervolging van strafbare feiten.
  • Het kan dus niet zo zijn dat een toezichthouder, die tevens BOA is, zijn toezichthoudende bevoegdheden inzet met een strafrechtelijke vervolging als doel.

Slide 28 - Slide

Voortgezette toepassing
  • Toezicht gaat vaak vooraf aan opsporing.
  • Als tijdens het toezicht een strafbaar feit wordt ontdekt dan is het afhankelijk van het doel om wel of niet door te schakelen naar opsporingsbevoegdheden
  • Het doel is vaak vastgesteld in het handhavingsbeleid van het bestuursorgaan.
  • Verklaringen die tijdens het toezicht zijn opgenomen mogen niet gebruikt worden tijdens de strafrechtelijke opsporing omdat er toen geen cautie is gegeven (verplicht meewerken)

Slide 29 - Slide

Twee sporen beleid
  • Handhaving gericht op twee doelen
  • Bestuurlijke sanctie + opsporing/vervolging
  • Beide doelen kunnen parallel gediend worden
  • Voorkeur eerst SR-doel/opsporingsbevoegdheden
hogere rechtsbescherming van de verdachte
niet verplicht (zeker niet door te verklaren) aan zijn bestraffing mee te werken
  • Bij bestuursrecht kan de overtreder worden gedwongen om volledig mee te werken aan toezicht en herstelsancties die zijn gericht op het beëindigen van de verboden situatie

Slide 30 - Slide

Sfeerovergang
  • De toezichthouder mag schakelen tussen toezicht en opsporing
  • Dit mag de toezichthouder blijven doen als hij zijn bevoegdheden maar uit elkaar houdt.
  • De toezichthouder dient de overtreder/verdachte op de hoogte brengen wanneer hij schakelt en de overtreder/verdachte wijzen op zijn rechten
  • In het proces-verbaal of rapport ten behoeve van het bestuursorgaan dienen de sfeerovergangen en mededelingen aan de overtreder/verdachte exact te worden aangeduid

Slide 31 - Slide

  • Verplicht om als betrokkene mee te werken en inlichtingen te verschaffen aan de toezichthouder.
  • Je constateert als toezichthouder/Boa een overtreding  die je strafrechtelijk wilt vervolgen.
  • De betrokkene wordt verdachte en is niet meer verplicht om mee te werken en/of inlichtingen te verschaffen, daarom de cautie en recht op rechtsbijstand. 
SFEEROVERGANG

Slide 32 - Slide