2. Agrarische en Demografische Revolutie

De Industriële Revolutie



1. Agrarische en demografische veranderingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Industriële Revolutie



1. Agrarische en demografische veranderingen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Aan het eind van de les heb je een idee dit thema over zal gaan.
  • Aan het eind van de les weet je hoe de agrarische en de demografische veranderingen de Industriële Revolutie mogelijk hebben gemaakt. 


Slide 2 - Slide

Industriële Revolutie
  • Wat? De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
  • Wanneer? Tussen 1750-1800 begonnen in Groot-Brittannië
  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 3 - Slide

Economische gevolgen:

  • Huisnijverheid wordt verdrongen door fabrieken
  • Enorme toename van producten 
  • Prijzen van de producten dalen
Maatschappelijke/sociale gevolgen: 

  • Voornaamste middel van bestaan: industrie 
  • Snelle bevolkingsgroei en urbanisatie 
  • Uitgebreide vervoersmogelijkheden
  • Grotere inkomensverschillen

Slide 4 - Slide

Veranderde werkomstandigheden
  • Saai en/of gevaarlijk werk
  • Lange dagen (14 uren)
  • Lage lonen
  • Geen rechten

Slide 5 - Slide

                                    

                     Veranderingen in de landbouw 

Slide 6 - Slide

Jethro Tull
  • Zoon van een edelsmid
  • Studeerde aan de universiteit van Oxford
  • Reisde rond door Europa en kreeg daardoor veel nieuwe ideeën en opvattingen over de landbouw

Slide 7 - Slide

Verbeteringen
  • Aan het werk op het landgoed van zijn ouders
  • Zag veel verspilling van o.a. zaden
  • Bedacht een zaaimachine: die stopte alle zaadjes in de grond. De opbrengst werd 8x zo groot!
  • Schreef boeken over zijn ideeën

Slide 8 - Slide

Enclosures
Ook voor andere werkzaamheden op de akkers kwamen er machines.... maar machines werkten alleen voor grote akkers.
Probleem: in Engeland waren er voor de meeste boeren alleen maar kleine akkers op de open fields (= voor gezamenlijk gebruik)

Slide 9 - Slide

Enclosures
  • Het Britse Parlement verkocht de Common Fields
  • Opgekocht door de adel.
  • Velden werden omheind ( dan was het duidelijk dat dit niet meer voor iedereen was. --> enclosures.

Slide 10 - Slide

Gevolgen van de argrarische revolutie
  • Meer en beter voedsel => bevolkingsgroei
  • Maar: minder landarbeiders nodig en kleine boeren moesten er mee stoppen => werkloosheid en armoede steeg op het platteland => trek naar de stad

Slide 11 - Slide

Demografische Revolutie


  • Gevolg van de grotere landbouwopbrengsten: de bevolking groeit.
  • 1750-1850 van 6 naar 18 miljoen inwoners.
  • Mede oorzaak: betere hygiëne, gezondheidszorg.
  • Meer kleding nodig => gunstig voor de textielindustrie. 

Slide 12 - Slide

Demografische revolutie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gaan werken noem je......
A
industriesector
B
industriële revolutie
C
agrarische sector
D
industrie

Slide 15 - Quiz

Wat vond Jethro Tull uit?
A
oogstmachine
B
schietspoel
C
zaaimachine
D
spinning Jenny

Slide 16 - Quiz

De agrarische revolutie is een oorzaak van de demografische revolutie.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

De agrarische revolutie is een gevolg van de industriële revolutie.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

De agrarische revolutie was een oorzaak van de industriële revolutie.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat houdt een demografische revolutie in?
A
Meer mensen gaan verhuizen naar de stad
B
Grote bevolkingsgroei doordat minder mensen sterven
C
Binnen de landbouw vindt mechanisatie plaats
D
Meer mensen doen aan landbouw

Slide 20 - Quiz