Examen Nederlands mavo 4 2019 - tijdvak 1 Tekst 1: Advies: laat kind met zakmes spelen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Examen Nederlands mavo 4 2019 - tijdvak 1 Tekst 1: Advies: laat kind met zakmes spelen
Slide 1 - Slide
Tekst 1 Advies: laat kind met zakmes spelen
Deze tekst bestaat uit 11 vragen. Voor deze tekst kun je 11 punten halen.
Zorg dat je bij het beantwoorden van de open vragen volledig bent!
Slide 2 - Slide
Op welke manieren wordt de tekst ingeleid?
A
aanleiding geven en deskundig persoon noemen
B
voorbeeld en waarschuwing geven
C
onderzoek noemen en voorbeeld geven
D
aanleiding noemen en voorbeeld geven
Slide 3 - Quiz
Vraag 2. In alinea 2 wordt gesproken over het expertisecentrum VeiligheidNL.
Met welke twee andere zelfstandige naamwoorden wordt er in alinea 2 tot en met 4 ook naar dit expertisecentrum verwezen? Noteer de twee zelfstandige naamwoorden.
Slide 4 - Open question
Vraag 3. Waarom is het zo verrassend dat VeiligheidNL nu opeens risicovol spelen stimuleert? (alinea 4)
A
Het hele jaar hoor je niets en nu in het voorjaar laat VeiligheidNL ineens van zich horen.
B
In het verleden probeerde de organisatie VeiligheidNL het kind juist vooral te beschermen tegen risico's.
C
Ouders zijn van zichzelf al erg voorzicht en hebben geen advies van VeiligheidNL nodig.
D
VeiligheidNL heeft in het verleden zijn nut al bewezen, zodat nieuw advies niet nodig is.
Slide 5 - Quiz
Vraag 4. “Het is toch geen 1 aprilgrap?” (regels 39-40) Citeer de zin uit alinea 4, 5 of 6 die duidelijk maakt waarom VeiligheidNL juist rond eind maart met het nieuwe advies komt.
Slide 6 - Open question
Vraag 5. “Zo zeiden we eerst: niet steppen en skaten bij nat weer.” (regels 60-62) Welk verband wordt er vooral aangegeven met het woordje ‘Zo’? ‘Zo’ ...
A
geeft vooral aan dat een vergelijking van de diverse adviezen volgt.
B
geeft vooral aan dat er voorbeelden van gewijzigde adviezen volgen.
C
geeft vooral de aanleiding voor de gewijzigde adviezen weer.
D
geeft vooral een verklaring weer voor het veranderen van de adviezen.
Slide 7 - Quiz
Vraag 6. Welke moeder voedt haar kinderen op volgens de wetenschappelijke inzichten die beschreven worden in alinea 7: Mariette (alinea 3) of Marijn Hoogland (alinea 8 en 9)? Licht je antwoord toe.
Slide 8 - Open question
Vraag 7. “De gemiddelde Nederlander is al zover. Nu politici nog.” (regels 120-121) Wat moeten politici nog doen?
A
de nadelen inzien van de vele veiligheidsmaatregelen
B
meer maatregelen treffen om de veiligheid te vergroten
C
meer overheidsgeld steken in veiligheidsmaatregelen
D
organisaties wijzen op de effecten van de veiligheidsmaatregelen
Slide 9 - Quiz
Vraag 8. De alinea’s 12 tot en met 14 vormen het slot van deze tekst. Wat is de belangrijkste functie van het slot? Het slot geeft een ...
A
advies
B
samenvatting
C
voorbeeld
D
waarschuwing
Slide 10 - Quiz
Vraag 9. Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
bevorderen van risicovol spelen van kinderen
B
tips voor buitenactiviteiten met kinderen
C
toegenomen gevaren voor kinderen buitenshuis
D
voordelen van buiten spelen voor kinderen
Slide 11 - Quiz
Vraag 10. Van welk tekstdoel is hier vooral sprake?
A
de lezer informeren over de nieuwste inzichten op het gebied van verantwoord spelen
B
jonge ouders overtuigen hun kinderen meer ruimte en bewegingsvrijheid te geven
C
ouders en grootouders activeren om vaker de natuur op te zoeken met de (klein)kinderen
D
veiligheidsorganisaties instueren welke verantwoorde activiteiten ze moeten aanprijzen
Slide 12 - Quiz
Vraag 11. Wat is de hoofdgedachte van de tekst ‘Advies: laat kind met zakmes spelen’?
A
De overheid wil zich bemoeien met de veiligheid buitenshuis door veel regels op te leggen.
B
Kinderen zijn de afgelopen generaties te lang te beschermd opgevoed door de ouders.
C
Ouders vinden dat ze hun eigen kinderen vrijer moeten laten spelen.
D
Risicovol spelen is goed om belangrijke vaardigheden voor later te ontwikkelen.