3.4 Crisistijd 2sC

Hoofdstuk 3: Eerste Wereldoorlog
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • Herhaling vorige les
  •  Opdracht
  • Start 3.4
  • Zelf aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • Duitsland moest zich over geven.
  • Verdrag van Versailles
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog, er werd afgesproken dat zij:
  • Geen groot leger meer mochten hebben
  • Stukken land moesten inleveren
  • Schadevergoedingen moesten betalen

Slide 3 - Slide

Herhaling
  • Van Oostenrijk bleef een klein deel over
  • Polen, Tsjecho-Slowakije en Hongarije zelfstandige staten werden.
  • De nieuwe staat Joegoslavië was een combinatie van kleine landen zoals Servië, Kroatië en Bosnië
  • Van het Ottomaanse rijk bleef alleen Turkije over. 



Slide 4 - Slide

Welk land kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 5 - Slide

Waarom verloor Duitsland de Eerste Wereldoorlog
A
Amerika ging meedoen aan de oorlog
B
Oostenrijk-Hongarije keerde zich tegen Duitsland
C
Rusland sloot een wapenstilstand met Duitsland
D
België veroverde grote delen van Duitsland

Slide 6 - Quiz

Wat was geen straf voor Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
A
Herstelbetalingen
B
Land afstaan
C
Leger inkrimpen
D
Industrie wegdoen

Slide 7 - Quiz

Europa na 1919; Welke landen werden er onafhankelijk/ nieuw na de Eerste Wereldoorlog?
Sleep de juiste landen naar het oranje vlak (in totaal 
Onafhankelijke/Nieuwe Staten
België
Duitsland
Polen
Tjecho-Slowakije
Oostenrijk
Hongarije
Joegoslavië
Turkije
Zwitserland

Slide 8 - Drag question

3.4 De crisistijd
Economische crisis 1929:

Slide 9 - Slide

gevolgen economische crisis 1929


  • hoge werkloosheid
  • grote armoede
  • wereldwijde crisis 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

3.4
Antidemocratische partijen
Door de crisis stemden veel Duitsers op de partij van Adolf Hitler, de NSDAP
Dit was een nationaalsocialistische
- Tegen democratie
- Dictatuur
- Nationalisme (liefde voor het eigen land)
- Racistisch
De nazi's
In 1932 werd Hitler benoemd tot regeringsleider van Duitsland

Slide 12 - Slide

3.4
Antidemocratische partijen
  • Hitler maakte een einde aan de democratie
  • Dictator = 1 iemand heeft de macht
  • Hij liet zichzelf Führer noemen
Dit is Duits voor leider

Ook in Nederland had je partijen die tegen een democratie waren en achter de ideeën van Hitler stonden= De Nationaalsocialistische beweging (NSB)

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag
Wat?: Maak opdracht 2, 4 en 5 van 3.4.
Waar?: Pagina 77 en 78 in je boek.
Hoe?: In je eentje, je mag overleggen.
Hulp?: Teksten in je boek.
Klaar?: Kom even aan de docent je boek laten zien.

Slide 14 - Slide

Afsluiting
  • Woensdag 23 februari SO 3.1
  • Als je vragen hebt tijdens het leren, schrijf deze op voor de les van dinsdag!
  • Dinsdag maken we oefenvragen.
  • Huiswerk aanstaande dinsdag:
- Leren 3.1
- Maken opdracht 2, 4 en 5 van 3.4 als je het niet af had.

Slide 15 - Slide