Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Startopdracht
1. Welke twee soorten fossielen zijn er?
2. Steenkool wordt gevormd uit?
3. Aardolie wordt gevormd uit?
4. Wat is plakton?
Slide 1 - Slide
1.4 Aan het werk.
deel 1
Slide 2 - Slide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.4 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 3 - Slide
Hoe zijn fossielen ontstaan?
A
Als een levend wezen verdrinkt in een meer of zee.
B
Als een levend wezen overlijd en door veen wordt bedekt.
C
Als een levend wezen in korte tijd wordt bedolven onder sneeuw.
D
Als een levend wezen in korte tijd wordt bedolven onder modder of zand.
Slide 4 - Quiz
Welke 2 dingen geven geologen aanwijzingen over hoe het er vroeger uitzag?
A
fossielen en kalksteen
B
bodemlagen en fossielen
C
bodemlagen en kalksteen
D
fossielen en geschreven bronnen
Slide 5 - Quiz
Hoe is zout in de bodemlaag ontstaan?
A
door het verdampen van zeeën.
B
door overstromingen hebben zeeën zout op de aardlaag achter gelaten.
C
Dinosauriërs aten heel veel zout voedsel en poepten dat uit over de aardlaag.
D
zout is met het ontstaan van de aardkorst in de bodemlaag terecht gekomen.
Slide 6 - Quiz
Hoe is kalksteen in de bodemlaag ontstaan?
A
Door langdurige regenval bleef er op de bodem kalk achter wat zich opstapelt tot kalksteen.
B
Toen in het krijt door een droogte veel dieren stierven, stapelden skeletjes zich op en vormden kalksteen.
C
Door het drinken van moedermelk bij jonge dieren, plassen jonge dieren urine met heel veel kalk uit, dit hoopt zich op in de bodemlaag.
D
Toen er in het krijt een tropische zee was in NL en op de bodem van de zee stapelden skeletjes van dode zeedieren zich op.
Slide 7 - Quiz
steenkool
aardgas
aardolie
Plankton sterft en zakt naar de zeebodem, waar het zich opstapelt. Het pakket plankton wordt bedekt door een laag zand en door de hoger druk verandert het in ..........
Als het plankton nog langer onder druk komt te staan veranderd het in .........
als een laag veen (ontstaan door doden planten en dierenresten op de bodem van een waterplas) onder een nieuwe bodemlaag komt te liggen, verandert het door de hoge druk in ...........
Slide 8 - Drag question
Wat is een delfstof?
A
grondstoffen voor de productie van fabrieken
B
grondstoffen die uit de bodem worden gehaald
C
grondstoffen die uit en op de bodem worden gewonnen.
D
Stoffen die in Delft worden gewonnen.
Slide 9 - Quiz
Leervragen
uitleggen wat de primaire sector is en welke beroepen daarbij horen.
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen wat de secondaire sector is en welke beroepen daarbij horen.
uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief.
uitleggen welke 2 dingen veel nodig waren bij de komst van fabrieken.
uitleggen wat het verschil is tussen dagbouw en schachtbouw.
Slide 10 - Slide
Veel handwerk
De sector waarin de mensen op de foto's werken is de primaire sector
Voedsel en grondstoffen werden uit de natuur gehaald.
Het type werk dat de mensen op de foto’s doen is arbeidsintensief
Slide 11 - Slide
Machines nemen het werk over
De sector waarin de mensen op de foto's werken is de secundaire sector
Je produceert spullen
Het type werk dat de mensen op de foto’s doen, is: kapitaalintensief (je hebt veel geld / machines nodig)
Slide 12 - Slide
Wereldmarkt 3 sectoren
Sector:
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Gericht op:
Verbouwen, produceren en opgraven van grondstoffen
Industrie > verder produceren/bewerken voedsel of maken van auto's
Verlenen van diensten
Bedrijven
Boerderijen of oliebedrijven
Autofabrieken of voedselfabrieken
Ziekenhuis, politie, onderwijs
Slide 13 - Slide
Machines nemen het werk over
Er waren twee grondstoffen veel nodig voor de stoommachines:
ijzer en steenkool
IJzer is een metaal
Steenkool is een brandstof
Slide 14 - Slide
Machines nemen het werk over
Er zijn 2 typen mijnbouw:
dagbouw = delfstoffen liggen aan het oppervlak: je kunt ze aan de open lucht afgraven.
schachtbouw = delfstoffen zitten dieper in de bodem: je moet ze uitgraven via een mijn.
1
2
Slide 15 - Slide
Afsluiting
Slide 16 - Slide
Primaire sector
secundaire sector
visser
fabrieksarbeider
mijnwerker
boer
timmerman
Slide 17 - Drag question
kapitaalintensief
arbeidsintensief
als iets veel arbeid kost om te maken
als iets veel geld en middelen kost om te maken
Slide 18 - Drag question
dagbouw
schachtbouw
Delfstoffen winnen in de open lucht
Delfstoffen winnen in ondergrondse mijnen
Slide 19 - Drag question
Welke 2 dingen waren bij de eerste fabrieken vooral nodig?
uitleggen welke 2 dingen veel nodig waren bij de komst van fabrieken.
A
metaal + stenen
B
hout + stenen
C
brandstof (kolen) + stenen
D
brandstof (kolen)
+ metaal
Slide 20 - Quiz
Zelf aan de slag
1. Lezen blz 35-36(kader) blz 32-33 (basis)
2. Maak opdracht 1t/m5 (kader) (basis)
3. Klaar: maak opdracht 1 herhalingsopdracht 1.4
4: alles nakijken en verbeteren. laten controleren
5: Mindmap maken cursus 1.2
Slide 21 - Slide
Startopdracht
1. Noem 3 voorbeelden van beroepen uit de primaire sector?
2. Wat is het verschil tussen dagbouw en schachtbouw?
Slide 22 - Slide
1.4 Aan het werk.
deel 2
Slide 23 - Slide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.4 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 24 - Slide
Primaire sector
secundaire sector
visser
fabrieksarbeider
mijnwerker
boer
timmerman
Slide 25 - Drag question
kapitaalintensief
arbeidsintensief
als iets veel arbeid kost om te maken
als iets veel geld en middelen kost om te maken
Slide 26 - Drag question
dagbouw
schachtbouw
Delfstoffen winnen in de open lucht
Delfstoffen winnen in ondergrondse mijnen
Slide 27 - Drag question
Welke 2 dingen waren bij de eerste fabrieken vooral nodig?
uitleggen welke 2 dingen veel nodig waren bij de komst van fabrieken.
A
metaal + stenen
B
hout + stenen
C
brandstof (kolen) + stenen
D
brandstof (kolen)
+ metaal
Slide 28 - Quiz
Leervragen
uitleggen wat vestigingsplaatsfactoren zijn.
Aan het eind van de les kan je...
3 vestigingsplaatsfactoren noemen van fabrieken in de 19e eeuw.
een reden noemen waarom in de 21e eeuw meer geschikte plekken zijn om
fabrieken te bouwen.
uitleggen wat de tertiaire sector is en welke beroepen daarbij horen.
uitleggen wat een kenniseconomie is.
Slide 29 - Slide
Waarom daar?
Lezen blz 34 & 35
In de 19e eeuw kwamen de fabrieken.
Waar stonden die vaak?
bij havens
bij steenkoolvelden
Slide 30 - Slide
Waarom daar?
Als je zoekt naar een goede plek voor je bedrijf let je op de: vestigingsplaatsfactoren
Voorbeelden daarvan zijn:
dicht bij de klant
goede bereikbaarheid
een land met lage lonen
Slide 31 - Slide
Dienstverlenende beroepen
De sector waarin de mensen op de foto's werken is de tertiaire sector (ook wel dienstensector).
Mensen verlenen een dienst,
Vooral in rijke landen hebben veel mensen een baan in deze sector.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Afsluiting
Slide 34 - Slide
Om welke reden zijn er in de 21e eeuw meer geschikte plekken zijn om fabrieken te bouwen.
A
er is betere infrastructuur
B
er is meer geld
C
meer mensen spreken Engels
D
Meer landen hebben beter opgeleide mensen
Slide 35 - Quiz
Wat zijn vestigingsplaatsfactoren?
A
de mensen die invloed hebben op waar bedrijven zich vestigen.
B
omstandigheden en oorzaken die invloed hebben op waar bedrijven zich vestigen.
C
als een bedrijf op meerdere plaatsen vestigingen hebben van eenzelfde bedrijf.
Slide 36 - Quiz
dichtbij haven
dichtbij een kolenmijn
bij een spoorlijn
in een ver lagelonenland
dichtbij de klant
vestingsplaatsfactoren 19e eeuw
Slide 37 - Drag question
leraar
bouwvakker
scheepsbouwer
kapper
vrachtwagenchauffeur
voorbeelden beroepen tertiaire sector
Slide 38 - Drag question
vestigingsplaats-
factoren
Tertiaire
sector
dagbouw
Arbeids-
intensief
Slide 39 - Drag question
Zelf aan de slag
1. Lezen blz 37-38 (kader) blz 34-35(basis)
2. Maak opdracht 6 t/m 9 (kader)
7 t/m 9 (basis)
3. Klaar: maak opdracht 2 & 3 herhalingsopdracht
4: alles nakijken en verbeteren. laten controleren
5: Mindmap maken cursus 1.4
Slide 40 - Slide
Vestigingsplaats Fabriek
- vroeger in de buurt van haven, spoorlijn, steenkoolveld
- nu anders, vaak waar lonen laag liggen of in de buurt van klanten
- Door verbeterde infrastructuur
Slide 41 - Slide
Dienstensector
- tertiaire sector
- Kennis wordt steeds belangrijker
Kenniseconomie = worden door kennis moderne producten geleverd