4 vwo economie 8 april 2.29 t/m 2.42

Wat gaan we doen vandaag?
  • Nakijken 2.23 t/m 2.28
  • Herhalen hoofdstuk 2
  • Maken zelftest hoofdstuk 2 (2.29 t/m 2.42)
Dit is ook huiswerk voor volgende week woensdag!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
  • Nakijken 2.23 t/m 2.28
  • Herhalen hoofdstuk 2
  • Maken zelftest hoofdstuk 2 (2.29 t/m 2.42)
Dit is ook huiswerk voor volgende week woensdag!

Slide 1 - Slide

2.23 en 2.24
  • Inkomenselasticiteit van normale producten is positief
  • Inkomenselasticiteit van inferieure goederen is negatief

  • Inkomenselasticiteit: Ey = Procentuele verandering van Q / procentuele verandering van het besteedbaar inkomen Y

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

2.25 en 2.26
  • Inferieur goed koop je minder van als je inkomen stijgt
  • Primair goed koop je meer van als je inkomen stijgt, maar er is een verzadigingsinkomen
  • Luxe goed koop je meer van als je inkomen stijgt, maar er is een drempelinkomen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

2.27
Opdracht 2.27 is lastig!
Dit heb je gisteren al besproken met mevrouw Runhaar.

Qrode wijn = -500Prw+200Pww + 10.000
Verband tussen de vraag naar rode wijn en de prijs van rw en ww
Qwitte wijn = -200Pww+50Prw+4.000
Verband tussen de vraag naar witte wijn en de prijs van rw en ww
Als de prijs van rode wijn stijgt zal de vraag naar rode wijn dalen (negatief verband) Als de prijs van witte wijn stijgt zal de vraag naar rode wijn stijgen (positief verband)
Als de prijs van witte wijn gaat stijgen zal de vraag naar witte wijn dalen (negatief verband) Als de prijs van rode wijn zal stijgen zal de vraag naar witte wijn stijgen (positief verband).

Slide 6 - Slide

Ev naar rode wijn en Ek naar witte wijn
2.27c.
Welke vergelijking heb je nodig? 

2.27d.
Welke vergelijking heb je nodig 
De vraag naar rode wijn. Je moet kijken naar het verband tussen de Qrw en de Prw. Dus de Prw gaat veranderen en zal van invloed zijn op de vraag naar rw.
Het gaat om het verband tussen de vraag naar witte wijn en de invloed van een prijsverandering van rode wijn. We kijken dus naar Qww en de verandering van Prw. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Herhaling hoofdstuk 2
  • Verschuiven over of langs de vraaglijn
  • Individuele en collectieve vraaglijn
  • Prijselasticiteit, kruislingse en inkomens

Slide 11 - Slide

Hiernaast is de vraag naar benzine weergegeven. Wat kan een oorzaak geweest zijn van deze verschuiving?
A
benzineauto's zijn duurder
B
minder behoefte naar dit product
C
budget voor dit product daalt
D
benzineauto's zijn goedkoper

Slide 12 - Quiz

collectieve vraagfunctie
De collectieve vraagfunctie bestaat uit een optelling van de individuele vraagfuncties. Elk individu heeft zijn eigen betalingsbereidheid. 

Slide 13 - Slide

Berekening prijselasticiteit

De prijselasticiteit kun je als volgt berekenen:


                    


Ev tussen 0 en -1: inelastisch

Ev kleiner dan -1: elastisch


Slide 14 - Slide

De elasticiteit is -2. De prijs daalt met 10%. De oude hoeveelheid was 20.000 Hoeveel wordt de hoeveelheid nu?
A
16.000
B
18.000
C
22.000
D
24.000

Slide 15 - Quiz

Kruislingse prijselasticiteit van de vraag 

Slide 16 - Slide

Inkomenselasticiteit
De invloed van een verandering van het inkomen op de gevraagde hoeveelheid 
 
En geeft antwoord over de aard van het product: 
  1. Luxe (verre reizen, dure auto's)
  2. Primair (brood, havermout)
  3. Inferieur (2e hands kleding & vakantie in eigen land)

Slide 17 - Slide

De inkomenselasticiteit van inferieure goederen is (a), van primaire goederen is (b) en van luxe goederen is (c).
A
a. groter dan 1 b. tussen 0 en 1 c. negatief
B
a. tussen 0 en 1 b. negatief c. groter dan 1
C
a. tussen 0 en 1 b. groter dan 1 c. negatief
D
a. negatief b. tussen 0 en 1 c. groter dan 1

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Zelftest hoofdstuk 2

2.29 t/m 2.42

Huiswerk voor volgende week woensdag!

Slide 19 - Slide