Unidad 7 Spaans 1LV - Thuisonderwijs

Unidad 7
En el camping

Spaans 1LV 

Thuisonderwijs
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Unidad 7
En el camping

Spaans 1LV 

Thuisonderwijs

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 
- Je leert hoe je telefoongesprek kan voeren
- Je leert hoe je een baliegesprek kan voeren op een camping
- Hoe je informatie kunt geven over faciliteiten en activiteiten
- Hoe je klantgegevens kunt noteren en een memo kunt maken

Eindproduct = verslag over je dagelijkse routine + memo
inleveren in Cumlaude

Slide 2 - Slide

voca Unidad 7
klik 
voor de woordenlijst

Slide 3 - Slide

Week 15 (6 t/m 13 april)
-> Je werkt zelfstandig aan de opdrachten 7.01 t/m 7.07. Per les worden er via Teams een aantal opdrachten nagekeken. Zie studieplanner

-> Lees de opdrachten goed door!

-> Onbekende woorden zoek je op en digitaal woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.com 

Slide 4 - Slide

Week 16 (13 t/m 17 april)
-> Deze week krijg je in de online lessen via Teams uitleg over de onderwerpen muy /mucho en het wederkerend werkwoord.

-> vooruit werken of uitleg teruglezen? Zie volgende slides.

-> je maakt deze week de volgende oefeningen in je boek: 7.09 t/m 7.12, 7.15, 7.16. Per les worden er via Teams een aantal opdrachten nagekeken. Zie studieplanner

Slide 5 - Slide

muy en mucho
  • muy (zeer, erg) is een bijwoord en staat voor een bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan "heel" of "erg". vb: Esta pelicula es muy interesante. (Deze film is erg interessant.)
  • mucho (veel, vaak) als bijwoord zegt iets over een werkwoord. Het is dan onveranderlijk. vb: Juan trabaja mucho. (Juan werkt veel)
  • mucho (veel, vaak) als bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. In dat geval past het zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij staat. 
vb: Hay mucha gente.  (Er zijn veel mensen) Tengo muchos libros. (Ik heb veel boeken)

Slide 6 - Slide

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ................... simpática.
2. Tengo ...................... amigos.
3. En el parque hay ........................ gente.
4. Mi padre tiene un coche ................... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ........................... casas. 
6. Mi amigo es.............. trabajador. Siempre estudia ................

Slide 7 - Slide

7.La cerveza alemana es ____________ buena 
8..Mis tios tienen __________gatos en casa
9. Mi habitación es ________ bonita
10 _____________restaurantes tienen un menú del dia.
11.En mi ciudad hay ____________ supermercados. 
12. El hotel es _________ pequeño .
13. Hay _________ comida para todos,
14. Los actores de la película son ___________ famosos.
15. Este hotel es _________ caro para mí.
16. Ella es _________________inteligente 
17. No me gusta _________ la clase de matemáticas.
18. Estas chicas siempre hablan _________ en clase

Slide 8 - Slide

Wederkerde werkwoorden


verbos reflexivos

Slide 9 - Slide

Wederkerend 
Werkwoord
=
Werkwoord + 
wederkerend
voornaamwoord!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Week 17 (20 t/m 24 april) 

-> Je werkt zelfstandig aan de opdrachten 7.17 t/m 7.21. Per les worden er via Teams een aantal opdrachten nagekeken. Zie studieplanner.

-> Lees de opdrachten goed door!

-> Na afronding van de opdrachten start je met de eindopdracht van Unidad 7 (beschrijving van je dagelijkse gewoontes + memo). Deze opdracht lever je uiterlijk vrijdag 24 april in via Cumlaude. Je ontvangt nog een aparte uitgebreide opdracht omschrijving.






Slide 13 - Slide