week 11 unité 5 le verbe vouloir=willen

Salut! Aujourd'hui;
* on répète les mots d'apprendre 1,2 unité 5
*on apprend le verbe vouloir=willen (aantek!) 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Salut! Aujourd'hui;
* on répète les mots d'apprendre 1,2 unité 5
*on apprend le verbe vouloir=willen (aantek!) 

Slide 1 - Slide

Les vêtements
une chemise
un jean

une veste

un pull

Slide 2 - Drag question

de spijkerbroek=

Slide 3 - Open question

de jurk=

Slide 4 - Open question

s'habiller=

Slide 5 - Open question

de hoed=

Slide 6 - Open question

de kleren=

Slide 7 - Open question

le verbe  vouloir=willen
let  op!  ONREGELMATIG, het ezelsbruggetje werkt niet, alle vormen zijn anders

Slide 8 - Slide

vouloir=willen
je veux=ik wil
tu veux=jij wilt
il,elle,on veut=hij,zij,men wil/we willen
nous voulons=wij willen
vous voulez= jullie willen,u wilt
ils,elles veulent=zij willen

Slide 9 - Slide

attention!

Als je iets bestelt in een winkel/restaurant gebruik je; 
je voudrais= ik zou graag willen(beleefdheidsvorm)

Slide 10 - Slide

even oefenen...

Slide 11 - Slide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'vouloir' met het onderwerp
veux
veux
veut
voulons
voulez
veulent

Slide 12 - Drag question

Hélène .... un collier?
A
veux
B
veut
C
vouloir
D
veulent

Slide 13 - Quiz

nous ..... un nouvelle maison
A
veulent
B
voulez
C
voulons
D
voudrais

Slide 14 - Quiz

mes amis ....... (willen)

Slide 15 - Open question

Pak je boek op blz 19
Luister mee! Welke vorm van vouloir hoor je? 
of 8A /3

Slide 16 - Slide