Begroten en budgeteren Agora Buurtcollege Inspiratiesessie
Begroten en budgeteren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieHBOStudiejaar 1,2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Begroten en budgeteren
Slide 1 - Slide
Waarom leggen we uitslagen van wedstrijden vast?
Slide 2 - Slide
Aan het eind van deze inspiratiesessie
Word je je bewust van je koopgedrag en de gevaren van bepaald koopgedrag
Kun je omrekenen naar/van jaar, weken, kwartaal, maanden, weken
Herken je enkele bronnen van inkomen
Lees je een eenvoudige begroting af
Stel je op overzichtelijke wijze huishoudboekje op
Ben je instaat een sluitende begroting op te stellen
Maak je onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven (dagelijkse uitgave, vaste lasten, incidentele uitgaven)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
dashboards.cbs.nl
Slide 5 - Link
Slide 6 - Slide
Hoeveel procent van de Nederlandse huishoudens hebben betalingsachterstanden in 2018?
A
10%
B
18%
C
3,2%
D
32%
Slide 7 - Quiz
Hoevel huishoudens in Nederland hebben ernstige financiële problemen?
A
3 000 000
B
17 000 000
C
100 000
D
600 000
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Drag question
Stelling in de ruimte....
Financiële problemen zijn je eigen schuld
Voor financiële problemen ben je niet verantwoordelijk.
Slide 12 - Poll
Slide 13 - Slide
Oorzaken
Overlevingsschulden: er zijn te weinig inkomsten in verhouding tot de vaste lasten.
Overbestedingsschulden: er zijn voldoende inkomsten maar er wordt naar verhouding te veel uitgegeven.
Aanpassingsschulden: er vindt een verandering in de levensomstandigheden plaats, vaak met als gevolg plotselinge inkomensdaling. Deze daling zorgt voor schulden.
Compensatieschulden: overbesteding, als gevolg van compensatiegedrag.
E
Slide 14 - Slide
Een andere bekende indeling is die van Boorsma e.a. (1994):
Budgettaire redenen, zoals ontslag, stoppen met overwerk, pensioen, maar ook slecht financieel beheer.
Verandering in levensfase, zoals het krijgen van een kind, een echtscheiding of het overlijden van de partner.
Psychosociale problemen, zoals gebrek aan weerbaarheid en compensatiegedrag, maar ook verslavingen.