Startrekenen Vooraf H6.3

Hoofdstuk 6 geld
H6.3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 geld
H6.3

Slide 1 - Slide

doelen
Ik tel geld bij elkaar op.
Ik wissel geld.
Ik schat hoeveel geld het is.

Ik betaal (gepast) met de geld.
Ik kan geld terugbetalen.

Slide 2 - Slide

lesinhoud
geld 
geld tellen
geld schatten
wisselgeld



Slide 3 - Slide

de euromunten

Slide 4 - Slide

de eurobiletten

Slide 5 - Slide

          =
                        is evenveel waard als

1 euro = 100 cent                              50 cent + 50 cent = 100 eurocent


Slide 6 - Slide

geld optellen

stap 1 : Tel de euro's op.

stap 2 : Tel de centen op.

stap 3 : Tel de euro en centen op.

Slide 7 - Slide

geld optellen
stap 1 : Tel de euro's op.
20 + 10 + 5 = 35       2 + 1 = 3         35 + 3 = 38

stap 2 : Tel de centen op.
10 + 10 + 10 + 5 + 1 + 1 = 37

stap 3 : Tel de euro en centen op.                        € 37,38

Slide 8 - Slide

geld schatten

Als je iets gaat kopen, kun je schatten of je genoeg geld hebt.
                                                         ≈ 
Je gebruikt hierbij de woorden: bijna of ongeveer.

Slide 9 - Slide



                         =                                    =                                    =
               bijna € 3,-               bijna € 4,50                   bijna € 9,-
€ 2,78
€ 4,49
€ 8,90

Slide 10 - Slide

gepast betalen

Slide 11 - Slide

gepast betalen
= precies het bedrag betalen

Slide 12 - Slide

€ 4,80

Slide 13 - Slide

wisselgeld
Als je niet gepast betaalt, krijg je geld terug.
Dit noem je:

Slide 14 - Slide

wisselgeld
om uit te rekenen hoeveel wisselgeld je krijgt,
kun je aanvullen. (ofwel: doortellen).
Als je niet gepast betaalt, krijg je geld terug.
Dit noem je:

Slide 15 - Slide

€ 4,80
Je geeft:





Je krijgt terug:

Slide 16 - Slide

Vragen?

Slide 17 - Slide

Aan het werk
1. Maak: opdracht 18 t/m 27 (start op blz. 248 t/m 259) Klaar?
2. Kijk de opdrachten na.
3. Klaar? Maak taken of sprongtoets in Numo.

Slide 18 - Slide