1.21 Je kunt organenstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en kenmerken en functies beschrijven.
1.2.2 Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of organenstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen
1.2.3 Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of organenstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
- Je kan vorm-functie denken