Rechtspraak in Nederland
1 / 23
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat moet je als eerste doen wanneer je dit ziet gebeuren?
A
De twee mensen uit elkaar halen
B
De politie bellen
C
Om hulp vragen
D
De aanvaller vastpakken
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wanneer mag de agent de verdachte handboeien omdoen?
A
Dat mag altijd
B
Dat mag pas als hij de verdachte meeneemt naar het bureau
C
Dat mag alleen als de agent alleen is
D
Dat mag pas als de verdachte een gevaar is voor zichzelf of de agent
Slide 8 - Quiz
De agent neemt de verdachte mee naar het bureau. Hoe lang mag de politie een verdachte vasthouden?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Wie beslist of de verdachte langer vast blijft zitten?
A
De rechter
B
De politieofficier
C
De officier van Justitie
D
De advocaat
Slide 11 - Quiz
Met hoeveel dagen kan de officier van Justitie het vasthouden verlengen?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Moet een verdachte altijd een advocaat hebben?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Waar kan je aangifte doen?
A
Bij de politie
B
Bij de Rechter
C
Bij de verdachte
D
Bij de Officier van Justitie
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Kan er nog steeds een rechtszaak plaats vinden als er géén aangifte wordt gedaan door het slachtoffer?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Komen alle misdrijven voor de rechter?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Wat is de taak van de rechter?
A
Bepalen welke straf iemand krijgt
B
De wetten verzinnen
C
Bepalen wie er gelijk heeft
D
De waarheid boven tafel krijgen
Slide 21 - Quiz
Stelling: De Rechtspraak in Nederland is een eerlijk proces.
A
Eens
B
Oneens
