H 1.2 Druk

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

hst 1.2: DRUK

Doel van de les:

• kunnen uitleggen met molecuulmodel waarom gassen druk uitoefen 
• formule voor het berekenen van druk uit je hoofd kennen en kunnen toepassen in berekeningen (formule kunnen omwerken!)
• eenheden die met druk te maken hebben kennen en kunnen omrekenen
• weten hoe je luchtdruk meet (welke eenheid) en de standaardluchtdruk 
• kunnen uitleggen wat over en onderdruk is
• werken met Binas

DRUK

Hoe ontstaat druk in een gas? 

• gassen kun je samenpersen.
  
• bijvoorbeeld als je een band oppompt.
  
• als je meer gas erin pomp botsen er
  steeds meer moleculen tegen de band. 
• elke botsing oefent een beetje kracht uit
   op een klein stukje wand--> gasdruk 
• bij hogere temperatuur bewegen de
  moleculen harder --> grotere gasdruk 
• Tip:  pomp je band niet keihard op als je fiets in de zon staat!

Druk in de praktijk: 

Wie oefent de meeste druk uit op de grond, Angelina Jolie of de olifant?

Angelina Jolie

Angelina weegt ongeveer 60 kg-> 600N

De oppervlakte van een hak is 0,0005 m².

Mannetjesolifant

Mannetjesolifant weegt ongeveer 5000 kg --> 50000 N

Het oppervlakte van een poot is 0,025 m².

Druk berekenen:

druk hangt af van kracht en oppervlakte 

kracht

Kracht (F) berekenen je met de volgende formule:

F = m x g 

F = kracht in Newton (N)

m = massa in kilogram (kg)

g = valversnelling in newton per kg (N/kg), deze is op aarde altijd 10 N/kg

eenheden van druk

De druk kan je berekenen in verschillende eenheden.

1 Pa    = 1 N/m2

1 hPa = 100 Pa

1mbar= 1 hPa

"Schaduwsom" gebruiken bij omwerken van formules 

Met een "schaduwsom" kun je makkelijk een formule "omwerken" en
de onbekende in een formule sneller kunt vinden en berekenen.

1. Noteer de standaardformule met letters voor de grootheden
   
2. Vul wat je al weet in op de juiste plek 
3. Noteer de  "schaduwsom" een kloppende vergelijkbare som ernaast
4. Kijk nu welk getal uit de makkelijke som staat op dezelfde plek als de grootheid die jij moet berekenen en noteer de nieuwe formule
5. Reken je onbekende uit en controleer of het klopt!

1.

2.

3.

4.

5.

lesopbouw:

• wat bespreken van par 1.1 en 1.2?
  
• nog niet aangemeld (classroom, lessonup)--> melden einde dag
  
• 5 min. uitleg: verplichte werkwijze rekenopdracht +absolute druk en overdruk
• 5 min groepjes van 2 verder met 1.2: 19 t/m 21 
• 10 min. moeilijkste vragen 1.1+1.2 bespreken
  
• 5 min groepjes van 2 drie introductievragen blz. 21 maken
  
• 10 min zelfstandig lezen 1.3 + maken 4 t/m 7, 10 t/m 12, 14, 17, 21(+hw controle)
• 5 a 10 min belangrijkste antwoorden/fouten bespreken
  
• 2 min voor einde les exit poll met mobiel
  
•  hw maken t/m 1.3 opg 21 + nakijken (en verbeteren grootste fouten)wat je nog niet snapt vragen in vragenformulier classroom

aanpak moeilijke opgaves:

(verplicht bij hw en toetsen)

1. Gevraagd, scan waar de vraag staat en noteer de vraag (en eventueel de gewenste eenheid kort).
2. Gegeven: zoek uit welke gegevens uit de vraag en de bijbehorende tekst je nodig hebt en noteer dit.
3. Oplossing: bij theoretische vragen komt hier je uitleg, bij rekenvragen noteer je de benodigde formule(s), vul je de gegevens op de juiste plaats in en geeft de uitkomst + gevraagde eenheid
   

Absolute, over- en onderdruk

• De druk van een gas meet je met een manometer
• De luchtdruk met een barometer
• Bij overdruk is de druk groter dan
   de luchtdruk,  bij onderdruk lager 
• overdruk+luchtdruk=absolute druk

Hoe goed denk je de eerste vragen gemaakt te hebben (in %).

1100

Wanneer neemt de gasdruk toe? (betekent: wordt groter)

1. wanneer je het gas samenperst
2. wanneer de temperatuur hoger wordt
3. wanneer de temperatuur lager wordt
4. A & B zijn allebei goed

Hoeveel graden Kelvin (K) is 50 °C?

1. 273 K
2. 323 K
3. 223 K
4. 50 K

test voor mij; Was deze lessonup nuttig

😒🙁😐🙂😃

Hoe goed denk je de eerste vragen gemaakt te hebben (in %).

1100

Heb je alle lesdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃

Wat snap je nog niet zo goed van par 1 t/m 3?
(b.v. dichtheid, rekenen met dichtheid en druk enz. )