5v les 1 06-03 - Le naturalisme

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le ______________________

Plan du cours

1. Les buts du cours

2. Le contexte (19e siècle)

3. Le naturalisme

4. Qui était Guy de Maupassant ?

5. Regarder le film "La parure" (30min)

1. Les buts du cours

À la fin du cours...

-tu peux expliquer ce qu'est le mouvement du Naturalisme (en néerlandais), 

-tu sais qui étais Guy de Maupassant, 

-tu peut raconter de quoi parle l'histoire "La parure" (en néerlandais).  

2a. Le contexte historique en France (19ème siècle)

-Grote politieke en sociale onrust, 

-Korte perioden van democratie afgewisseld met autoritaire regimes,

-> In 80 jaar heeft Frankrijk 7 regimes gekend: 3 constitutionele monarchieën, 2  korte republieken (voor 12 en 4 jaar) en 2 keizerrijken.

  

2b. Le contexte historique en France (19ème siècle)

-Er heerst veel armoede en onvrede onder gewone volk,

-Veel schrijvers zijn teleurgesteld, ➔ de idealen van de Franse Revolutie niet gerealiseerd...

-De schrijvers protesteren tegen heersende macht,

-De schrijvers proberen maatschappelijke veranderingen op gang te zetten via hun werk.

                                          

                                                                                             Les trois glorieuses

Tekst

-Het eerste rijk van Napoléon:  censuur van de pers en de kunsten.

-Pruisen wint de oorlog tegen Napoleon. Hij  wordt verbannen naar een eiland (1815). 

-De monarchie wordt hersteld (Louis XVIII + Charles X). Veel censuur.

-1830: Revolutie: het volk komt in opstand tegen de koning -> Monarchie de Juillet.

-1848: Louis-Napoléon Bonaparte werd verkozen tot president.

-1851: Hij pleegt een coup. Hij maakt een einde aan de republiek en creëert het tweede keizerrijk. Hij wordt Napoléon III (=dictatuur).

-1870: Frans-Duitse oorlog maakte einde aan autoritaire bewind van Napoléon III.

= De Democratie komt terug met de Derde Republiek (tot 1940).

2c. Les riches VS les pauvres

-Er kwam meer maatschappelijke en politieke macht (ten koste van adel)

-De middenklasse (la bourgeoisie) emancipeert dankzij onderwijs en industriële revolutie.

-Maar niet iedereen profiteert = onderklasse: fabrieksarbeiders uitgebuit, kinderarbeid...

2d. La révolution industrielle

-Industriële revolutie zorgt dat de levensstandaard verbetert,

-Treinen & auto's, nieuwe vormen van vermaak.

-Wetenschap: nieuwe onderzoeksmethoden, experimenten, psychologie en sociologie. Terug te vinden in literatuur.

-Dankzij toegenomen alfabetisering & goedkope druktechnieken = ontwikkeling van de literatuur = veel groter publiek (drukken van roman in afleveringen in de krant).

3a. Le naturalisme (1850-1900)

-Franse literatuur gedomineerd door realisme en naturalisme = breuk met romantiek (waar het gevoel, de fantasie, onderbewuste, intuïtie, het onverklaarbare centraal staan)

-Schrijvers documenteren zich uitgebreid = betrouwbaar en compleet beeld van alledaags leven.

 -De naturalistische schrijvers laten zien hoe onrechtvaardig de samenleving in elkaar zit.

3b. Le naturalisme (1850-1900)

De kenmerken van de Naturalisme volgens Emile Zola:

-> De personages verbeelden de alledaagse mens in zijn milieu. Dit personage is vaak ziek, verveeld, somber.

->De gewone mens staat centraal (arbeiders, de man in de straat, prostituees),

-> De schrijver zelf probeert volledig te verdwijnen achter de door hem vertelde gebeurtenissen.

3c. Le naturalisme (1850-1900)

De filosofie van Emile Zola:

een schrijver = een wetenschapper.  Moet een objectieve analyse van de mens geven.

-> een personage in zijn milieu plaatsen, en vervolgens te registreren wat er gebeurt volgens deterministische regels

-Determinisme: ieder mens wordt bepaald door: zijn opvoeding, de erfelijkheid en zijn milieu.

3d. Le naturalisme (1850-1900)

De filosofie van de Naturalistes:

-Pessimisme: de werkelijkheid van het leven brengen onvermijdelijkheid en vooral ongeluk en ellende voort.

-Determinisme: de mens speelt een ondergeschikte rol in zijn eigen lot, dat van buitenaf bepaald wordt.

-Fatalisme: het noodlot is onvermijdelijk en voorbeschikt.

-Vaak lopen de verhalen slecht af.

4a. Guy de Maupassant (1850 - 1893)

Beantwoord de volgende vragen in duo's

1. Welke studie begon hij in Parijs, en waarom stopte hij ermee?

2. In welke oorlog vocht hij als vrijwilliger, en in welke periode vond deze plaats?

3. Wat was zijn eerste baan na de oorlog, en waarom stopte hij hiermee?

4. In welk jaar brak hij door als schrijver, en hoe verliep zijn carrière daarna?

5. Hoe productief was hij als schrijver? Noem enkele soorten werken die hij schreef.

6. Wat gebeurde er met hem na 1890, en waaraan leed hij?

7. Hoe eindigde zijn leven, en op welke leeftijd overleed hij?

4b. Guy de Maupassant (1850 - 1893)

• Geboren op het château de Miromesnil (Normandië),
• Studeerde rechten in Parijs,
• Brak zijn studie af om als vrijwilliger mee te vechten in het Franse leger (Frans-Duitse oorlog 1870 – 1871),
• Ging als ambtenaar aan het werk op het ministerie in Parijs,
•  Stopte hiermee, hield zich liever bezig met schrijven,
• Brak in 1880 door en werd daarna ook in het buitenland bekend,
• Zeer productief schrijver (1880 – 1890): 300 korte verhalen, 6 novellen, 3 reisboeken en bundel gedichten,
• Daarna bergafwaarts: gezondheidsproblemen en depressies (schizofreen),
• Na zelfmoordpoging opgenomen in kliniek in Parijs waar hij, nog geen 43 jaar oud, stierf.

5."La Parure" (de Halsketting) en film

6. Tu as atteint les buts du cours?

À la fin du cours...

-tu peux expliquer ce qu'est le mouvement du Naturalisme (en néerlandais), 

-tu sais qui étais Guy de Maupassant, 

-tu peut raconter de quoi parle l'histoire "La parure" (en néerlandais).