Oefenvragen Interbellum

Oefenvragen Interbellum
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenvragen Interbellum

Slide 1 - Slide

Wat stond niet in het Verdrag van Versailles?
A
Duitsland moet grondgebied afstaan
B
Duitsland moet leningen aan de VS afbetalen
C
Het Duitse leger mag niet meer dan 100.000 soldaten hebben
D
De Duitsers moeten grote bedragen aan schadevergoeding betalen

Slide 2 - Quiz

Wanneer was het Interbellum?
A
1914-1918
B
1918-1933
C
1919-1939
D
1940-1945

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 5 - Quiz

Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten

Slide 6 - Quiz

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin

Slide 7 - Quiz

De Fransen hebben na de Eerste Wereldoorlog een stuk Duitsland bezet
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Direct na WO I kwam er een nieuwe Duitse regering. Hoe wordt deze nieuwe Duitse regering genoemd?

Slide 10 - Open question

Waarom was de Volkenbond niet zo succesvol?
A
De Amerikanen deden niet mee
B
De afspraken in de Volkenbond waren niet duidelijk
C
Er was geen goede vergaderplek
D
De Nederlanders deden niet mee

Slide 11 - Quiz

Waarom leende de VS geld aan Duitsland?
A
De VS wilde een nieuwe oorlog voorkomen
B
Duitsland zou dan producten van de VS kopen
C
Dit was afgesproken in het Verdrag van Versailles
D
De VS kreeg het geld met rente terug en Frankrijk zou de leningen aan de VS kunnen afbetalen

Slide 12 - Quiz

Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
verbeterde economische situatie
D
hyperinflatie

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

In de jaren '20 kochten Amerikanen aandelen met geleend geld
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Wanneer begon de Grote Depressie?
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 16 - Quiz

Wat is één van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Overproductie
C
Amerikanen verkopen hun aandelen niet meer
D
Amerikanen kochten massaal aandelen

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er als er extra geld wordt bijgedrukt?
A
Prijzen dalen
B
Prijzen stijgen

Slide 18 - Quiz

Hoe heette het werkgelegenheidsplan van Roosevelt waarmee hij een einde aan de crisis wilde maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
New Deal
C
Crisisplan
D
Hooverdam

Slide 19 - Quiz

Wat was een oorzaak van de ontwikkeling die te zien is in de bron?
A
de afschaffing van de parlementaire democratie in Duitsland
B
de bepalingen van het Verdrag van Versailles
C
de beurskrach op Wallstreet in de Verenigde Staten
D
de oprichting van de Republiek van Weimar

Slide 20 - Quiz

Drie gebeurtenissen:
1. Hitler komt aan de macht
2.De Fransen bezetten het Ruhrgebied
3.De beurskrach
Wat is de goede volgorde? Begin bij het langst geleden.
A
1-2-3
B
2-3-1
C
3-1-2
D
3-2-1

Slide 21 - Quiz

EINDE

Slide 22 - Slide