H2.4 - Bronnen: gevolgen klimaatverandering

4 MAVO
Hoofdstuk 2
Het weer en het klimaat
Paragraaf 4
Bronnen: gevolgen klimaatverandering
---

1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4 MAVO
Hoofdstuk 2
Het weer en het klimaat
Paragraaf 4
Bronnen: gevolgen klimaatverandering
---

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling/bespreking: H2.3
Nieuw: Gevolgen klimaatverandering

Slide 2 - Slide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt het verschil uitleggen tussen het natuurlijk- en versterkte broeikaseffect.
  2. Je kunt 3 gevolgen benoemen van het versterkt broeikaseffect.
  3. Je kunt 3 broeikasgassen benoemen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Broeikaseffect
Natuurlijk en versterkt effect. 
  • Natuurlijk is goed - zorgt voor een leefbare temperatuur op aarde. 
  • De mens versterkt dit effect door het toevoegen van CO2 en CH4 (methaan). Dit zorgt voor problemen
  • Gevolg: het wordt warmer op aarde, zeespiegel stijgt.

Slide 6 - Slide

Nederland
  • Zomer + 2 tot 3 graden 
  • Winter + 2 tot 4 graden 
  • In de winter natter
  • Hoosbuien (hoge neerslagintensiteit!) in de zomer, maar ook perioden van (lange) droogte
    .
  • Zomers met extremere temperaturen (meer hittegolven).

Slide 7 - Slide

Spanje
  • Zomer gemiddeld 2 tot meer dan 6 graden warmer.
  • Winter gemiddeld 2 tot 3,5 graden warmer.
  • langere droge perioden + meer verdamping -> waterproblemen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zeespiegelstijging
  1. Gletsjers en landijs smelten 
     2. Het zeewater wordt door hogere temperaturen  iets warmer. Warmer water zet uit en neemt meer ruimte in beslag. -> grootste oorzaak zeespiegelstijging


Zeespiegelstijging

Slide 10 - Slide

Lesdoelen van vandaag
1. Je kan 6 gevolgen uitleggen van klimaatverandering in NL en Spanje

Slide 11 - Slide

Bron 1: Verdroging en verzilting
Temperatuurstijging en verminderde neerslag leiden tot verdroging en vergroting kans op verzilting (irrigatie).

Verzilting ook door:
  • oppompen grondwater (zout uit grote diepte komt aan oppervlakte)
  • stijgende zeespiegel (zout zeewater dringt via ondergrond land binnen)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bron 3: Risico op verwoestijning
4 factoren:
  • hoe droog een gebied is
  • hoeveel erosie er optreedt
  • hoe vaak er bosbranden zijn
  • of er duurzaam met grondwater wordt omgegaan

Slide 14 - Slide

bv; voorkomen tijgermug, langer hooikoorts, meer kans op overlijden
Bron 4: Gezondheid
Temperatuurstijging heeft gevolgen voor de gezondheid, zoals:
  • meer hart- en vaatziekten
  • slechtere luchtkwaliteit
  • meer allergiedagen
  • meer besmettelijke ziekten, zoals de Aziatische tijgermug

Slide 15 - Slide

Bron 5: Meer kans op bosbranden
Door klimaatverandering kunnen in natuurparken:
  • planten en dieren verdwijnen. (gevolg: de voedselpiramide in deze gebieden stort in)
  • meer bosbranden voorkomen.
https://www.nu.nl/151478/video/snelweg-afgezet-door-grote-bosbrand-in-spanje.html

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Bron 6: Veranderingen in de landbouw
Een hogere CO₂-concentratie en de hogere temperatuur kunnen in de toekomst leiden tot hogere landbouwopbrengsten. Maar: alleen als er voldoende water beschikbaar is: 
  • Spanje: te weinig water, dus minder landbouwopbrengst
  • Nederland: extreem weer kan leiden tot minder landbouwopbrengst (hagel, buien, droogte).


Slide 18 - Slide

Aan de slag!
  • Bestudeer bronnen H2.4
  • Maak opgaven 1 + 3
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Slide 19 - Slide

Gematigd zeeklimaat
Neerslagverschil zomer?

Slide 20 - Slide

Middellands zeeklimaat
Neerslagverschil zomer?

Slide 21 - Slide

Landklimaat

Slide 22 - Slide

Steppeklimaat

Slide 23 - Slide

Hooggebergteklimaat

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
  • Lees H2.2: Land van verschillende klimaten
  • Maak de kennen- en kunnenlijst: 40 t/m 42
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 25 - Slide

HUISWERK
Maak de kennen- en kunnenlijst: 40 t/m 42.

Slide 26 - Slide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 27 - Slide