2.8 Landschappen in Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lesdoelen

- Uitleg paragraaf 2.8

- Verwerken leerdoelen

- Verwerken opdrachten werkboek

- Controle leerdoelen

Leerdoelen

- Je kunt de grootste verschillen tussen hoog en laag NL aangeven

- Je weet hoe verschillende landschappen in NL zijn ontstaan

- Je kunt landschappen verdelen onder hoog en laag NL

Leg uit wat bedoelt wordt met 'NL is het afvoerputje van Eurpa'

NAP

Normaal Amsterdams Peil

Alles wat hoger ligt dan 1 meter boven de NAP.

• Hoog-Nederland: zee heeft geen invloed in het landschap.

Alles wat lager ligt dan 1 meter boven de NAP.

• Laag-Nederland: de zee had invloed in het landschap.
  

Hoog NL

Boven 1 NAP

Invloed van gletsjers

Laag NL

Onder 1 NAP

Meer kustbescherming

Meer water

Hoe ziet het eruit?

NAP

Wat doen we ertegen? 

- Dijken!

- Wateropslag

Wat doen we ermee? 

Inpolderen!

bv.

Beemsterpolder

Noordoostpolder

Haarlemmermeerpolder

Welk begrip past bij de vraag over loss en zand?

1. Erosie
2. Verwering
3. Sedimentatie

Stuwwallen

Welk begrip hoort er vooral bij gletsjers?

1. Verwering
2. Erosie
3. Sedimentatie

Wat is rivierklei?

- Rivierklei bestaat uit kleimineralen. Kleine deeltjes die over 

zijn gebleven na erosie van gesteenten.

- Kleiplaatjes hebben een platte vorm en kunnen dicht op elkaar kleven. 

- Hierdoor wordt water lang vast gehouden en blijft 

het een natte bodem

- Klei wordt door de rivier afgezet 

(afzetting) en komen daarom alleen 

in stroomgebieden van een rivier voor.