Goed Gebekt 1

  1. Terugblik
  2. Lesdoel
  3. Goed Gebekt 1
  4. Uitleg opdracht
  5. Opdracht
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

  1. Terugblik
  2. Lesdoel
  3. Goed Gebekt 1
  4. Uitleg opdracht
  5. Opdracht
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Goedgebekt zijn.
A
goed kunnen spreken
B
een knap gezicht hebben
C
een rimpelloos gezicht hebben

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

2. Dat is een wassen neus.
A
dat stelt niets voor
B
dat is gelogen
C
dat is heel kwetsbaar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

3. Een ongeluk komt zelden alleen.
A
een ongeluk maak je zelden in je eentje mee
B
als er iets tegenzit, volgen er vaak meer tegenslagen
C
als je een ongeluk veroorzaakt, krijg je meestal veel steun

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

4. Met azijn vang je geen vliegen.
A
als je een lastige klus moet uitvoeren, moet je een plan hebben
B
met onaardige woorden bereik je niets
C
je moet geen wartaal uitslaan

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

5. Mijn opa zei altijd: "Arbeid adelt".
A
met hard werken kun je bereiken wat je wilt
B
van hard werken word je rijk
C
hard werken is goed voor je

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

6. Je moet geen appels met peren vergelijken.
A
geen onvergelijkbare dingen met elkaar vergelijken
B
geen verschillen tussen mensen benadrukken
C
geen problemen zoeken

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

7. Die nieuwe beveiliger is uit hetzelfde hout gesneden als Ivo.
A
heeft dezelfde vooropleiding
B
behoort tot hetzelfde ras
C
heeft dezelfde eigenschappen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

8. Dat is een teer punt.
A
een smerig zaakje
B
een gevoelige zaak
C
een duistere/sombere zaak

Slide 9 - Quiz

A. Gilles de la Tourette
B. Hypchonder
9. Zij willen iemand de zwartepiet toespelen.
A
proberen een slecht product te leveren
B
proberen iemand erbij te betrekken
C
proberen iemand de schuld te geven

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

10. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.
A
wat het belangrijkste is, moet voorrang hebben
B
voor iets wat moeilijk is, moet je hard werken
C
je moet niet om de waarheid heen draaien

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

  1. Terugblik
  2. Lesdoel
  3. Goed Gebekt 1
  4. Uitleg opdracht
  5. Opdracht
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Maak van Taak 1
Opdracht B & C
op pagina 6

Slide 12 - Slide

This item has no instructions