5.4 Voortplanten

5.4 Voortplanten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.4 Voortplanten

Slide 1 - Slide

Deze les leer je...

  • Uit welke onderdelen een bloem bestaat
    + de functies;
  • Wat bestuiving is en hoe het gebeurt;
  • Hoe zaden in een bloem ontstaan;
  • Hoe zaden zich kunnen verspreiden.

Slide 2 - Slide

Waar is een bloem voor nodig?

Slide 3 - Slide

Bouw van een bloem
  • Kelkbladeren: De buitenste krans van kleine, groene bladeren.
  • Zorgen voor bescherming bijvoorbeeld voor kou. 

  • Nectarkliertje: produceert nectar.
  • Nectar is een zoete vloeistof die insecten eten. 

Slide 4 - Slide

De kroonbladeren
  • Vormen de kroon van de bloem. 

  • Mooi gekleurd en ruiken lekker, waarom?

Slide 5 - Slide

Mannelijke geslachtsorganen
  • De meeldraden zijn de mannelijke geslachtsorganen.

  • Bovenop de meeldraad wordt het stuifmeel (pollen) gemaakt. 

  • Dat zijn mannelijke geslachtscellen.

Slide 6 - Slide

De meeldraad

Slide 7 - Slide

Vrouwelijk geslachtsorganen
  • Stempel, stijl en vruchtbeginsel samen noem je de stamper

  • Stamper is het vrouwelijke geslachtsorgaan van de bloem.

  • Stempel en de stijl -> vruchtbeginsel, daarin zitten de eitjes.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bestuiving
  • Zelfbestuiving: bestuiving van dezelfde bloem, of een andere bloem op dezelfde plant.
  • Kruisbestuiving: bestuiving van een bloem op een andere plant (zelfde soort). 

Slide 10 - Slide

Insectenbloem
Windbloem

Slide 11 - Slide

Bevruchting

  • Stuifmeelkorrel en stuifmeelbuis
  • Eicel in zaadbeginsel
  • Geslachtelijke voortplanting

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Door plant zelf

Slide 15 - Slide

Door wind

Slide 16 - Slide

Door dieren

Slide 17 - Slide

Wat moet je onthouden?
  • Meeldraden: helmdraad, helmknop: helmhokje, stuifmeelkorrels (mannelijk)
    . Stamper: stempel, stijl, vruchtbeginsel: zaadbeginsels: kern, eicel (vrouwelijk) 
  • Bestuiving: overbrengen stuifmeel van meeldraad op stempel van stamper
    . Zelfbestuiving: dezelfde bloem of andere bloem op dezelfde plant bestuiven. Kruisbestuiving: bloem van een andere plant bestuiven (insectenbloemen, windbloemen) 
  • Bevruchting: stuifmeelkorrel op stempel vormt stuifmeelbuis, kern stuifmeelkorrel versmelt met kern eicel in vruchtbeginsel. Eén stuifmeelkorrel kan één eicel bevruchten. (Geslachtelijke voortplanting)
    , voor elke bevruchtte eicel ontstaat een zaadje, bloembodem kan vruchtvlees worden 
  • Verspreiding vruchten en zaden: door plant zelf, door de wind, door dieren

Slide 18 - Slide

Huiswerk

  • 5.4 Voortplanten
  • Vraag 3 t/m 13.

  • Grafiek maken bonenverslag!

Slide 19 - Slide

Deze bloem heeft ..... aantal meeldraden
A
1
B
5
C
8
D
4

Slide 20 - Quiz

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 21 - Drag question

Mannelijke onderdeel van de bloemplant
Vrouwelijke onderdeel van de bloemplant
Stamper
Meeldraad
Stuifmeelkorrels

Slide 22 - Drag question

Hoe heet het als het stuifmeel van de ene bloem op de andere bloem van dezelfde plant terecht
komt?

A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Bevruchting

Slide 23 - Quiz

Hoe krijgt een pollenkorrel zijn DNA bij de eicel?
A
Door op de eicel te landen
B
Door zichzelf te bevruchten
C
Met een pollenbuis
D
Via de kelk

Slide 24 - Quiz

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 25 - Drag question