Oefenen toets H2 §2.1 t/m §2.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H2 NEDERLAND VERANDERT

Oefenen toets §2.1 t/m §2.3 

3 HAVO

De afgelopen jaren is het aantal inwoners in Rotterdam

1. toegenomen
2. afgenomen
3. ongeveer gelijk gebleven

De haven van Rotterdam ontstond:
in het centrum/bij de Noordzee

1. Centrum van Rotterdam
2. Bij de Noordzee

Stedelijke vernieuwing is een manier om integratie te bevorden.

1. Waar
2. Niet waar

De gemeente kan de leefbaarheid van een wijk verbeteren door stedelijke vernieuwing

1. Goed
2. Fout

Herinrichting is een voorbeeld van...

1. Stedelijke vernieuwing
2. commerciële dienstverlening
3. een schaalniveau
4. renovatie

Zowel renovatie als sanering hoort bij stedelijke vernieuwing

1. Juist
2. Onjuist

Wat was het doel van stedelijke vernieuwing in Rotterdam in de jaren '80?

1. Havens uitbreiden
2. Meer voorzieningen
3. Woonwijken uitbreiden
4. Aandacht voor wonen, werken en recreatie

1. Tertiaire sector
2. Quartaire sector
3. Primaire sector
4. Secundaire sector

De havens bij de binnenstad werden voor moderne steden te klein. De haven kreeg een nieuwe functie, bv horeca. Welk begrip past hier bij?

1. Renovatie
2. Stadsvernieuwing
3. Re-urbanisatie
4. Herinrichting

Welke uitspraak is juist over Rotterdam?

1. De bouw van het nieuwe Centraal Station is een voorbeeld van herinrichting.
2. De woningdichtheid in het centrum van Rotterdam neemt de laatste jaren af.
3. Door re-urbanisatie is de levendigheid in het centrum van Rotterdam verbeterd.
4. Door stedelijke vernieuwing probeert Rotterdam minder toeristen te trekken.

Welk schaalniveau heeft deze kaart over werkgelegenheid in Noord-holland?

1. Nationaal schaalniveau
2. regionaal schaalniveau
3. Mondiaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

Welk schaalniveau heeft deze kaart over zwakke staten in de wereld?

1. Nationaal schaalniveau
2. regionaal schaalniveau
3. Mondiaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

In welke volgorde vonden onderstaande processen plaats?

1. re-urbanisatie-suburbanisatie-urbanisatie
2. urbanisatie-suburbanisatie-re-urbanisatie
3. suburbanisatie-re-urbanisatie-urbanisatie

Tussen 1960 en 1985 was er sprake van:

1. Urbanisatie
2. Suburbanisatie
3. Re-urbanisatie

Vanaf 2000 trokken mensen weer naar de stad, dit heet:

1. Urbanisatie
2. Suburbanisatie
3. Re-urbanisatie
4. Verstedelijking

Het tegenovergestelde van suburbanisatie is...

1. re-urbanisatie
2. urbanisatie
3. allebei zijn goed
4. geen van beide

De gemeente kan de leefbaarheid van een wijk verbeteren door stedelijke vernieuwing

1. Goed
2. Fout

Wat zijn de drie speerpunten van stedelijke vernieuwing?

1. renovatie, inrichting en voorzieningen
2. woningskenmerken, bewonerskenmerken en omgevingskenmerken.
3. scholen, parken en stoplichten
4. leefbaarheid, buurtprofiel en automatisering.

In de Afrikaanderwijk

1. kwamen rond 1900 veel arbeidsmigranten uit Zeeland en Brabant
2. kwamen rond 1900 veel arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko
3. kwamen rond 1900 veel arbeidsmigranten uit de Randstad

Wat is geen verklaring voor het ontstaan van achterstandswijken?

1. de komst van buitenlandse migranten
2. geen voorzieningen voor de jeugd
3. oude, uitgeleefde huizen in de wijk
4. selectieve migratie

Wat is de belangrijkste reden geweest voor het ontstaan van de Afrikaanderwijk als achterstandswijk

1. Oude havens
2. Nieuwe havens
3. Automatisering
4. Selectieve migratie

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?

1. Verpaupering
2. Sanering
3. Renovatie
4. Gentrificatie

Renovatie en sanering samen heet:

1. Stadsverandering
2. Stadsvernieuwing
3. Herinrichting

Door sanering neemt de woningdichtheid af.

1. goed
2. fout

Gentrificatie leidt tot...?

1. Verpaupering
2. Sanering
3. Koopwoningen
4. Sociale huurwoningen

Geheel van wegen, havens, leidingen en communicatienetwerken

1. renovatie
2. sanering
3. infrastructuur
4. inbreiding

Wat valt niet onder voorzieningen?

1. Winkels
2. Ziekenhuizen
3. Scholen
4. Woningen

Iemand die dagelijks heen en weer reist tussen woon- en werkgemeente

1. bereikbaarheid
2. mobiliteit
3. forens

In de jaren '60 vertrokken vooral gezinnen de stad uit. Hoe noem je dit?

1. Urbanisatie
2. Migratie
3. Forens
4. suburbanisatie

Geheel van wegen, havens, leidingen en communicatienetwerken.

1. Mainport
2. Vestigingsplaatsvoordelen
3. Staat
4. Infrastructuur

Het beleid om meer te bouwen in de steden en dicht tegen de steden aan wordt ... genoemd

1. Stedelijke vernieuwing
2. Gentrificatie
3. Bestemmingsplan
4. Compacte stad-beleid

Wat is geen onderdeel van de uitgangspunten van de compacte stad?

1. Het bouwen van nieuwe wijken tegen de oude stad
2. Veel hoogbouw in de stad
3. De stedelijke ruimte zo goed mogelijk gebruiken
4. Het opvullen van open plekken