This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Quel = welk(e)
Quel est = wat is
Quels sont = wat zijn
Quel past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort.
Quel est ton plat (m) préféré?
Quelle est ta matière (v) préférée?
Quels sont tes pays (mv m) préférés?
Quelles sont tes villes (mv v) préférées?