What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NT2 basisgrammatica - deel 4
Nederlands tweede taal
1 / 53
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
This lesson contains
53 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands tweede taal
Slide 1 - Slide
Deel 4
Grammaticale vormen
Slide 2 - Slide
Inhoud deel 4
- telwoorden
-
Slide 3 - Slide
Telwoorden
Woorden waarmee je kunt tellen heten 'telwoorden'.
Slide 4 - Slide
Telwoorden voorbeelden
1 = één
10 = tien
100 = honderd
1.000 = duizend
10.000 = tienduizend
100.000 = honderdduizend
Slide 5 - Slide
Telwoorden voorbeelden
11 = elf
13 = dertien
111 = honderdelf
1.356 = dertienhonderdzesenvijftig / duizend driehonderdzesenvijftig
14.876 = veertienduizend achthonderdzesenzeventig
138.984 = honderdachtendertigduizend negenhonderdvierentachtig
Slide 6 - Slide
Telwoorden
We lezen telwoorden van links naar rechts, maar we spreken telwoorden omgekeerd uit.
36 = zes - en - dertig (uitspraak)
45 = vijf - en - veertig (uitspraak)
In veel talen gebeurt dit andersom.
Slide 7 - Slide
Telwoorden
Bij
duizendtallen
zet je in het Nederlands een
punt
(geen komma).
Bij
geldgetallen
/
bedragen
zet je in het Nederlands wel een
komma
.
€ 1,34
- één euro vierendertig (het woord cent spreken we niet uit)
Bij de komma spreek je dus het woord 'euro' uit.
Je mag ook schrijven:
1,34 euro
. In dit geval plaats je geen euroteken.
Slide 8 - Slide
Telwoorden
Na een telwoord komt meestal een
meervoudsvorm
.
- twee kaartjes
- drie glazen cola
- vijf overhemden
- 3 paar sokken
Uitzonderingen
: vijf euro / drie uur / twee keer / twee paar / 20 cent / 22 jaar
Slide 9 - Slide
Datums
Een
datum
wordt in deze volgorde geschreven:
dd - mm - jjjj
dag - maand - jaar
06-08-2021 of 06-08-'21
In brieven schrijven we: 6 augustus 2021
Slide 10 - Slide
Tijden / tijdstippen
In Nederland lezen we de klok 2x rond.
nacht: 0:00 - 06:00 uur
ochtend: 06.00 - 12:00 uur
middag: 12:00 - 18:00 uur
avond: 18:00 - 24:00 uur (0.00 uur)
Slide 11 - Slide
Tijden / tijdstippen
0:00 uur = 12 uur 's nachts
06.00 uur = zes uur 's ochtends / 's morgens
12:00 = 12 uur 's middags
18:00 uur = 6 uur 's avonds
Slide 12 - Slide
Tijden / tijdstippen
0:30 uur = half 1 's nachts
12.30 uur = half 1 's middags
7:30 = half 8 's ochtends / 's morgens
19:30 uur = half 8 's avonds
Slide 13 - Slide
Tijden / tijdstippen
09.15 uur = we zeggen nooit 'negen uur 15', maar 'kwart over 9 's morgens',
12.45 uur = we zeggen nooit '12 uur vijfenveertig', maar kwart voor 1
21:10 uur = we zeggen nooit '21 uur tien', maar 'tien over 9'.
19:30 uur = half 8 's avonds
Slide 14 - Slide
Een telwoord is hier..
A
achttien
B
Bijna
C
Overal
D
Dus
Slide 15 - Quiz
Wat voor telwoord is:
drieënzestig
A
36
B
63
Slide 16 - Quiz
Telwoord?
A
Eerste
B
Zes
C
Overal
D
Dus
Slide 17 - Quiz
Welke uitspraak over het schrijven van getallen is waar?
A
Na de tientallen schrijven we een spatie
B
Na de honderdtallen schrijven we een spatie
C
Na de duizendtallen schrijven we een spatie
D
Na de tienduizendtallen schrijven we een spatie
Slide 18 - Quiz
Welke bewering is waar?
A
De getallen 1 tot en met 20 schrijf je met cijfers. Daarna getallen.
B
Alle getallen mag je met cijfers schrijven.
C
Alle getallen moet je met letters schrijven.
D
De getallen 1 tot en met 20 schrijf je met letters, daarna mag je ze in getallen schrijven.
Slide 19 - Quiz
Wat is GEEN meervoud van 'datum'?
A
data
B
datums
C
data's
Slide 20 - Quiz
Wat betekent geb. dat.?
A
Gebruikersdatum
B
Gebeurtenisdatum
C
Geboortedatum
Slide 21 - Quiz
wat is mijn geboorte datum
A
September 1 1978
B
1 September 1978
C
1978-09-01
D
01-09-1978
Slide 22 - Quiz
Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
5 december
C
24 december
D
5 November
Slide 23 - Quiz
U draait de knop met de klok mee.
A
Je draait linksom
B
Je draait rechtsom
C
Je draait naar links
D
Je draait naar rechts
Slide 24 - Quiz
de klok
A
de klokken
B
de kloks
Slide 25 - Quiz
de klok
Welk moment van de dag komt eerst?
A
's morgens
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts
Slide 26 - Quiz
Wat betekent 'biologische klok'?
A
Jouw interne klok waardoor je zo lang mogelijk wakker kunt blijven.
B
Jouw interne klok waardoor je zo gezond mogelijk leeft.
C
Jouw interne klok die precies bijhoudt hoe lang je slaapt.
D
Jouw interne klok die aangeeft wanneer we willen slapen, wakker worden of eten.
Slide 27 - Quiz
Als de klok een uur is teruggezet, is het 's morgens eerder ... .
A
ligt
B
licht
C
duister
D
donker
Slide 28 - Quiz
Als de klok een uur is vooruitgezet, kun je 's morgens ....
A
één uur langer slapen
B
één uur eerder opstaan
C
blijft alles hetzelfde
D
het licht zien
Slide 29 - Quiz
maanden en data: brieven
De 12 maanden van het jaar schrijven we nooit met een hoofdletter:
januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december
Slide 30 - Slide
maanden en data: brieven
Data schrijven we als volgt: dd-mm-jjjj
01-02-2003 ( 1 januari 2003)
24-12-2005 (24 december 2005)
09-07-1999 ( 9 juli 1999)
Slide 31 - Slide
maanden en data: brieven
Data in brieven schrijven we voluit. Daarvoor schrijven we de plaats waar we de brief schrijven en een komma ertussen.
Eindhoven, 1 januari 2020
Helmond, 24 december 2019
Geldrop, 9 juni 2021
Slide 32 - Slide
maanden en data: brieven
Voor en na de 'plaats, datum' regel in een brief komt een witregel.
Achter de datum schrijf je nooit een punt of komma.
Slide 33 - Slide
Welke maand komt voor oktober?
Slide 34 - Open question
Welke maand komt na december?
Slide 35 - Open question
Wat wordt bedoeld met de uitdrukking 'de R is weer in de maand'?
Slide 36 - Open question
De plaats en datum
A
Bij zowel zakelijke als persoonlijke brief
B
alleen bij zakelijke
C
bij persoonlijke
D
soms bij de persoonlijke, altijd bij zakelijke
Slide 37 - Quiz
Welke datumnotatie is goed?
A
Dedemsvaart 31 oktober 2019,
B
Dedemsvaart, 31-10-2019
C
Dedemsvaart, 31 oktober 2019
D
Dedemsvaart 31-10-2019,
Slide 38 - Quiz
Welke datumnotatie is goed?
A
Hoorn 12 januari 2018,
B
Hoorn, 12-01-2018
C
Hoorn, 12 januari 2018
D
Hoorn 12-01-2018,
Slide 39 - Quiz
Schrijf de volgende data voluit?
01-01 / 22-02 / 07-08 / 11-10 / 31-12
Slide 40 - Open question
Welke datums van feestdagen ken je?
Slide 41 - Open question
Een zakelijke brief schrijven
Stap 1: noteer jouw persoonlijke gegevens
Voornaam Achternaam
Straatnaam 1
1234 AB Plaatsnaam
Slide 42 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 2: plaats, datum
Plaatsnaam, dd maand jjjj
Slide 43 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 3: de geadresseerde (ontvanger brief)
Bedrijfsnaam
Contactpersoon (T.a.v. mevrouw Janssen)
Straatnaam 2
5678 CD Plaatsnaam
Slide 44 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 4: de aanhef
Geachte mevrouw Janssen,
Slide 45 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 4: de inleiding
Vertel in deze alinea de reden waarom je schrijft.
Slide 46 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 5: het middenstuk
Vertel in deze alinea de kern van jouw brief.
Slide 47 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 6: het slot
Rond in deze laatste alinea de brief netjes af.
Slide 48 - Slide
Een zakelijke brief schrijven
Stap 7: de slotgroet
Met vriendelijke groet,
(handtekening)
Voornaam Achternaam
Slide 49 - Slide
Opdracht
Schrijf een brief met de volgende gegevens. Denk ook aan hoofdletters en leestekens.
Datum: 13 maart 2021
Aanhef: Geachte mevrouw Clarke (docent)
Inhoud: Je bent ziek. Daarom kun je niet naar school komen.
Slide 50 - Slide
Slide 51 - Slide
Bekende uitdrukkingen
-
Tijd is geld
= zaken zo snel mogelijk voor elkaar krijgen is het goedkoopste
-
Laten we er nu maar een punt achter zetten
= ermee stoppen
Slide 52 - Slide
Einde deel 1
Slide 53 - Slide
More lessons like this
Rekenen met tijd en temperatuur quiz
5 days ago
- Lesson with
20 slides
by
Quiz!
Rekenen
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
Quiz!
Maanden, dagen, tijd, data en prijs 1M Topic 1
September 2022
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Taal - brieven schrijven
January 2022
- Lesson with
10 slides
by
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 1,5,6,7,8
Kidsweek in de Klas
Maanden, dagen, tijd, data en prijs (H1)
January 2025
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Maanden, dagen, tijd, data en prijs (H1)
September 2021
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Maanden, dagen & tijd H2
November 2022
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zakelijke brief les 3
March 2025
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Examen Nederlands zakelijke e-mail/ brief
April 2017
- Lesson with
20 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining