oefen'toets' 1.1 1.2

oefentoets 1.1 1.2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

oefentoets 1.1 1.2

Slide 1 - Slide


Dit is een thematische kaart.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 3 - Quiz



Dit is een thematische kaart
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Overzichtskaart of thematische kaart?
A
overzichtskaart
B
thematische kaart

Slide 5 - Quiz

Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 6 - Quiz

De schaal van een kaart is 1 : 500.000
3 cm op de kaart is in werkelijkheid?
A
15 km
B
150 km
C
1.500.000 km
D
1.500 km

Slide 7 - Quiz

Een kaart heeft de schaal 1: 3.500.000
1 cm op deze kaart is in werkelijkheid..
A
3.500 km
B
35 km
C
3,5 km
D
7 km

Slide 8 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van
1 : 50.000
Dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 9 - Quiz

Een kaart heeft de schaal 1: 3.500.000
2 cm op deze kaart is in werkelijkheid..
A
1.750 km
B
35 km
C
3,5 km
D
70 km

Slide 10 - Quiz

Welke vier onderdelen moeten er op een kaart staan?

Slide 11 - Open question

legenda
schaal
noordpijl
titel
De betekenis van de kleuren en symbolen op de kaart.
Laat zien hoeveel het gebied op de kaart is verkleind.
Die geeft het noorden aan en anders is het de bovenkant van de kaart.
Vertelt over welk onderwerp de kaart gaat.

Slide 12 - Drag question

Onderdelen van een kaart
Titel
Legenda
Noordpijl
Schaal

Slide 13 - Drag question

Kaartlezen
Bevolkings
dichtheid
Thematische kaart
Bevolkings
spreiding
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (Inw/km2)
De verdeling van mensen over een land of gebied. 
Begrijpen wat op een kaart staat. Daarvoor heb je vier dingen nodig: de titel, de legenda, de noordpijl en de schaal.
Kaart die over één onderwerp gaat bijvoorbeeld het klimaat.

Slide 14 - Drag question