les 10: schrijven zakelijke brief (2/2)

0mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
-IE onderdeel schrijven - les 2: zakelijke brief
- huiswerk
Je hebt voor deze les boek B nodig. Pak die erbij! 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

0mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
-IE onderdeel schrijven - les 2: zakelijke brief
- huiswerk
Je hebt voor deze les boek B nodig. Pak die erbij! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Derde onderdeel IE : schrijven
Het examenonderdeel schrijven bestaat uit:
- schrijf een zakelijke brief
- schrijf een betoog

120 minuten de tijd. 
dyslecten met pasje 150. 

Slide 3 - Slide

Onderdeel 1: zakelijke brief 
Bij de eerste opdracht heb je de theorie in het boek bestudeerd. Nu richten we ons op de valkuilen die er in je brief zitten en hoe je die kunt voorkomen. 

Slide 4 - Slide

Wat denk je dat jouw valkuilen zijn als het gaat om het schrijven van de zakelijke brief?

Slide 5 - Open question

Een paar kleine foutjes in de opmaak van de brief (11 onderdelen)
A
maakt niet zoveel uit
B
gaat mij punten kosten

Slide 6 - Quiz

uitleg bij het antwoord: 
Eén van de onderdelen waar je op beoordeeld wordt is layout en opmaak. Als je die goed doet (2 punten) dan kun je eventueel compenseren als je 0 punten scoort op spelling en grammatica. 
Zorg er dus voor dat je echt 0 fouten maakt in die opmaak. 

Slide 7 - Slide

Het is een goed idee om te beginnen met 'mijn naam is en ik...'
A
waar
B
niet waar
C
maakt niet zoveel uit

Slide 8 - Quiz

uitleg bij het antwoord: 
Speciale aandacht voor de eerste alinea. Ga hier jezelf NIET voorstellen. Dat is écht niet nodig. Je naam staat bovenaan én onderaan de brief. 
Het is beter als je in de eerste zin de aanleiding voor je schrijven geeft. Wat is er gebeurd waardoor jij deze brief ging schrijven? 

Slide 9 - Slide

Als het doel van de brief is om iemand over te halen (zoals bij zakelijke brief 1)
A
moet ik de lezer agressief benaderen
B
zal ik de lezer ook moeten informeren
C
hoef ik de lezer geen informatie te geven
D
moet ik met goede argumenten komen

Slide 10 - Quiz

uitleg bij het antwoord: 
Als het doel is iemand over te halen, zul je toch ook echt informatie moeten geven. Anders ben je onduidelijk.
 
Het overtuigende gedeelte is wat gevoeliger. Je moet de lezer aansporen, aanmoedigen, maar niet agressief benaderen. Dit doe je het beste met goede argumenten. Waarom moet deze persoon doen wat jij wilt? Kruip in de huid van je lezer. Wat zou jij willen lezen als jij deze brief krijgt?

Slide 11 - Slide

De lezer van mijn brief
A
spreek ik altijd aan met u
B
spreek ik aan met je en jij
C
spreek ik helemaal niet aan

Slide 12 - Quiz

Uitleg bij het antwoord: 
Let goed op de toon van je brief. Houd het vriendelijk maar vooral formeel. U is de juiste aanspreekvorm. 
Het is natuurlijk een slim trucje om op het gevoel van de lezer in te spelen. Vertel hoe geweldig je de persoon vindt of welke eigenschappen je in hem/haar waardeert. Dit kan helpen in de overtuigingskracht. 

Let op: u met kleine letter. 

Slide 13 - Slide

Als ik een brief schrijf namens een groep of bedrijf kan ik prima 'wij' gebruiken in de brief
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Uitleg bij het antwoord: 
Pas op met het gebruik van 'wij'. JIJ schrijft de brief, JOUW naam staat eronder. 
Wil je toch je groepsgenoten/collega's betrekken in een zin. Zeg dan: "mijn collega's en ik waarderen het erg..." of "alle leden van de drumband, waaronder ik, vinden het fijn.... "

Slide 15 - Slide

Spelfouten in een brief moeten kunnen. Net als grammaticafouten of gebrek aan punten.
A
Natuurlijk! Het gaat om de boodschap
B
Het is niet heel netjes, maarja, wat doe je er aan?
C
Nee. Dit kan echt niet.

Slide 16 - Quiz

Ik heb de brief gemaakt en kan deze gaan beoordelen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Aan de slag! 
Open je brief in word
download het beoordelingsformulier uit cum laude
 SPLITS je scherm 
Wissel eventueel van laptop! 

Vul de bovenste helft van het beoordelingsblad in. 
Hierna lopen we stap voor stap de onderdelen door. 

Slide 18 - Slide

stap 1 en 2
Er zijn voorwaardelijke eisen aan de brief. Als de brief niet leesbaar is, te kort is of niet herkenbaar is als brief (je hebt bijvoorbeeld een e-mail geschreven) dan is hier het antwoord NEE en is het eindcijfer 1,0. 

Heb je voldaan aan de eisen? markeer dan twee keer ja. 

Slide 19 - Slide

onderdeel 1: opdrachteisen
Bekijk de onderdelen die in je brief hadden moeten staan.
Controleer of deze ook in je brief naar voren komen. 

alles in je brief?    2 punten
1 of 2 dingen vergeten 1 punt
3 of meer dingen niet genoemd  0 punten 

Slide 20 - Slide

Hoe pak je dat nou aan als je de opdracht krijgt? Hoe weet je wat er beoordeeld wordt bij 1?

Slide 21 - Open question

onderdeel 2: samenhang
Je brief moet een samenhangend verhaal zijn. We kijken hierbij naar het gebruik van alinea's en het gebruik van signaalwoorden.

alles gedaan?    2 punten
1 of 2 dingen niet helemaal ok?  1 punt
3 of meer dingen niet uitgevoerd?  0 punten 
Tip: kijk nog eens op blz. 128 voor een goed voorbeeld van de alinea's. 

Slide 22 - Slide

onderdeel 3: doel
Je brief moet aanzetten tot handelen. De lezer moet niet anders kunnen dan jou je geld geven. Daarnaast moet je ook informatief zijn: geef informatie over de omroep. Helemaal fantastisch is als je ook inspeelt op het gevoel. 

aan alle drie voldaan?    2 punten
mis je één aspect? 1 punt
mis je twee aspecten of meer?  0 punten 

Slide 23 - Slide

onderdeel 4: publiek
Je brief moet correct en formeel zijn. Loop je tekst eens na. Heb je u en uw goed gebruikt? Blijf je beleefd en vriendelijk?  

dit is goed -   2 punten
dit kan beter - 1 punt
dit is niet goed -  0 punten 

Slide 24 - Slide

onderdeel 5: woordgebruik en woordenschat
Lees je brief nog een kritisch na. Heb je veel dezelfde woorden gebruikt in een zin of alinea? 
Heb je geschreven vanuit IK, mijn collega's en ik, etc.?  

dit is goed -   2 punten
dit kan beter - 1 punt
dit is niet goed -  0 punten 

Slide 25 - Slide

onderdeel 6: spelling, grammatica, interpunctie
Dit is het moment om je brief heel kritisch te bekijken, letter voor letter. Elke spelfout telt bij spelling, elke kromme zin bij grammatica, elke punt of kommafout bij interpunctie. 

Eerst per onderdeel scoren - dan voor het totaal. 


Slide 26 - Slide

onderdeel 7: leesbaarheid
Pak boek B blz. 127/128 erbij. Is de brief goed opgemaakt volgens Amerikaans briefmodel? Kijk naar de allerkleinste dingetjes. 
Zijn witregels goed gebruikt? 

alles goed - 2 punten
1 of 2 kleine foutjes - 1 punt
3 of meer foutjes - 0 punten 


Slide 27 - Slide

Hoeveel punten heb je behaald?
014

Slide 28 - Poll

wat voor cijfer levert het je op?

Aantal punten  / Cijfer
14   10
13   9,5
12   9,0
11    8,4
10   7,9
9    7,2
8    6,6
7    6,0


































6     5,3
5     4,4
4     3,6
3     2,8
2     2,0
1      1,2
0     1,0

Slide 29 - Slide

hoe nu verder?
Je hebt nu zelf ingeschat hoe je hebt gescoord. Natuurlijk is dit niet jouw werk. Wel wil ik dat je begrijpt hoe je brief wordt nagekeken. Het cijfer geeft een indicatie. 

Deze brief verbeter je en lever je dan in. Ik ga de zakelijke brief niet beoordelen, maar ik kijk of je hebt voldaan of niet. 
Wil je wel een second opinion over een onderdeel? Kom dan naar me toe of vraag per chat. 


Slide 30 - Slide

Tot slot
verbeter je brief. 

Volgende week gaan we verder met het betoog

Slide 31 - Slide